Luca de Meo, president van Seat, Italiaan in Spaans-Duitse dienst, gaf recentelijk een aantal interviews over nieuwe mobiliteit en de positie van de dealer in de sterk veranderende autobranche. Tijdens Dealer Day in Verona was hij via een videoverbinding aanwezig om zijn visie uit te dragen en vragen te beantwoorden
Vanuit zijn kantoor bij de fabriek van Seat in Martorell, steekt De Meo (1967) namens de hele automobielindustrie de hand in eigen boezem. “Autofabrikanten zijn best innovatief, ontwikkelen mooie producten, implementeren nieuwe technologieën, kijken naar een meer efficiëntere distributie en werken aan een maximale klantbeleving, maar doen dat nog steeds vanuit een oude industriementaliteit. Omdat we geen concurrentie van buitenaf hadden, concurreerden we alleen als fabrikanten en merken tegen elkaar.
Wat betreft innovaties als het ging om nieuwe mobiliteit en retailconcepten bleven we flink achter. We hadden geen last van nieuwkomers. Behalve nieuwe modellen was er weinig echte vernieuwing als het ging om het verdienmodel van onze distributieve keten. Nu moeten we de omslag van autofabrikant naar mobility provider maken. Mede door nieuwe toetreders (lees: Tesla, red.), die andere businessmodellen hanteren, en niet in de laatste plaats door een consument die massaal nieuwe technologie omarmde (lees: de smartphone), is de oude industrie wakker geschud. Wij ook. Blijven nadenken over de toekomst zonder visie leidt tot een bepaalde verlamming, tot achterstand op degenen die wel weten te schakelen. Ik zou graag aan iedereen mee willen geven, binnen en buiten Seat, dat het gevaarlijk is om je tegen veranderingen te verzetten. Je moet zeker in deze tijd, verandering juist omarmen en vooral goed zien te managen.”
Autodelen
De Meo vroeg zijn dealers na te denken over nieuwe mobiliteit, met name duurzame mobiliteit. Seat heeft daartoe diverse start-ups ontwikkeld. Er is bijvoorbeeld Xmoba, een autoverhuurconcept waar niet alleen per dag, maar ook per uur een Seat kan worden besteld. Bij de dealer wel te verstaan. Seat heeft daarbij een lokaal klantensegment in beeld dat voor korte tijd een vervoermiddel nodig heeft. Gekozen is voor de Seat Ibiza TGI met LNG als brandstof. De testfase is nog niet afgerond, maar in Madrid, waar Xmoba is geïntroduceerd bij Seat-dealer Castellana Motor, is men tevreden. Overigens wordt het concept door Seat-dochter Raspiro begeleid, de specialist in autodelen die in 2018 door Seat werd overgenomen, met zo’n honderd locaties voor carsharing. Een jaar eerder introduceerde Seat al een connected carsharing-concept in Barcelona, waar een vloot volledig elektrische eMii’s beschikbaar werd gesteld aan de duizend medewerkers van Seats Metropolis Tech Lab.
Remix
Het werd en is tijd voor een remix van de automotive business. “De energietransitie, digitalisering in brede zin, de toegenomen importantie van software in de auto en uiteraard de nieuwe mobiliteit. Ze zetten allemaal het verdienmodel van ons, maar ook van onze dealers op zijn kop. Tegelijk houden ze ook kansen in om je marktpositie te versterken. Neem de digitalisering. Ook onze fabrieken digitaliseren, de klantreis van de consument digitaliseert en daardoor wordt het verkoopproces voor een deel een online traject. Daar zullen vooral de dealers hun rol moeten vervullen. Wij ontwikkelden een mobility platform, samen met de dealers, omdat die daar een belangrijke rol moeten gaan vervullen. In onze filosofie blijft de dealer de centrale schakel tussen Seat en de consument. Die rol van onze dealers zal zelfs belangrijker kunnen worden als zij de nieuwe mobiliteit en de wensen van de nieuwe, online klant mee omarmen.
‘Nieuwe mobiliteit bij de dealer is mogelijk, zoals wij met carsharing aantonen.’
Wat betreft elektrificatie denk ik dat we nog wel een jaar of tien, vijftien verder zijn voordat die echt massaal door de consument zal worden geaccepteerd. Wij gaan ervan uit dat in 2025 ongeveer een kwart van onze productie uit 100 procent elektrische batterijauto’s zal bestaan. Wij introduceren de komende tijd een aantal volledig elektrische modellen, maar ook nog de nodige hybrides. En benzine en diesel zullen ook nog een tijd meegaan. Kortom, de transitie is onomkeerbaar, maar het tijdspad is langer dan sommigen willen.”
Dat lijkt ook logisch: overheden willen wel sneller veranderen, maar de industrie is daar simpelweg nog niet klaar voor. En de consument ook niet. Ondertussen staan de handtekeningen onder het klimaatakkoord en voeren politici de druk flink op. “Je moet ook naar de realiteit kijken. Er wordt zwaar geïnvesteerd, door Seat en door onze moeder Volkswagen. Natuurlijk, we hebben de schijn tegen, maar er wordt hard gewerkt om de energietransitie wat betreft mobiliteit te doen slagen.”
Aftersales
De Meo is werkzaam geweest op dealerniveau en weet dat dealers de aftersales niet kunnen missen. “Het zal zoals eerder gezegd nog wel even duren, maar elektrische mobiliteit zal het aftersalesmodel wel veranderen. In ieder geval minder onderdelenomzet en waarschijnlijk ook minder werkplaatsuren opleveren.”
Een andere ontwikkeling die de aftersales beïnvloedt, is software. “Software gaat een steeds groter deel van de kostprijs van de auto bepalen. Omdat steeds meer functionaliteiten in de auto software gestuurd zullen zijn en daarbij eenvoudig over the air geüpdatet kunnen worden, wordt werk uit handen van de fysieke werkplaats genomen. Dat zal vooral bij elektrische auto’s een grote rol gaan spelen, maar ook bij benzine- en dieselauto’s zet die trend de komende jaren door. Dat zal invloed hebben op de aftersalesactiviteiten bij de dealer.”
Jong
Bij de veranderingen in de branche benadrukt De Meo de strijd om talent, om jonge mensen die nodig zijn in de nieuwe digitale wereld. “Overal waar vernieuwing plaatsheeft, zie je door jonge mensen ontwikkelde digitale initiatieven ontstaan. Jonge mensen zijn bijna synoniem met technologische revolutie, waarbij niets zeker is. Geen uitkomst staat vast. Je moet er wel een start-upmentaliteit op na willen houden. Je moet gewoon aan de slag en niet eindeloos de plussen en minnen tegen elkaar afwegen. Op die manier is de Cupra ook een project geworden waar we iets nieuws gingen proberen. Een automerk lanceren zonder enige achterliggende historie. Een verandering van jewelste, maar het is ons gelukt”, aldus De Meo.
