Onlangs sprak ik met de directeur van een Europese fastfitketen over de toekomst van aftersales in Europa tijdens een internationale bijeenkomst. Volgens deze directeur staan managers van fastfitketens voor fundamentele keuzes, veel meer nog dan merkdealers en universele garages.

Belangrijke vragen zijn: blijven we fastfitter en bandenwisselaar, willen en kunnen we omschakelen naar een full service universeel werkplaatsconcept? “Hoe kijkt de consument naar onze bedrijven. En wat moeten we doen om ervoor te zorgen dat zij over tien jaar ook nog onze klant zijn”, vroeg hij zich af. “Moeten we langzaam omschakelen of juist grote stappen zetten; dat is ons dilemma. Bovendien vragen we ons af of het dalende werkaanbod het terugtreden uit de reparatie- en onderhoudssector rechtvaardigt?”

Dat laatste klinkt alsof er een enorme storm op komst is. Ik vroeg me direct af of het überhaupt denkbaar is dat een groot bedrijf zich terugtrekt. “Ik ben samen met de aandeelhouders verantwoordelijk voor duizenden medewerkers en hun gezinnen. Op basis van de cijfers lijkt terugtrekken logisch, maar je kunt je investeringen niet zomaar afschrijven. Zolang er sap uit de sinaasappel te persen is, ga je door. En als we het langer volhouden dan de concurrentie, gloren er misschien toch nog betere tijden.”

Het is wellicht niet de meest intelligente strategie, maar als je genoeg euro’s hebt om te verbranden, is het nog iets bij gebrek aan beter. Deze gedachte komt waarschijnlijk wel overeen met wat veel kleinere en middelgrote ondernemers denken. Je stopt niet met je business, want het is een deel van je leven geworden. Vaak kunnen mensen ook niet anders, omdat het familiekapitaal erin opgesloten ligt. Om over het vermeende pensioen nog maar te zwijgen. Zelfs al zou er worden besloten om te stoppen, dan is er geen vangnet om iets anders te beginnen. Ja, de zaak had verkocht kunnen worden toen het nog waarde had, maar dat is achterom kijken.

Stoppen is makkelijker gezegd dan gedaan. Dat geldt voor een individueel dealerbedrijf dat net een opzeggingsbrief heeft gekregen, de dealerholding die al langer op een hellend vlak bezig is (Koops Furness is daar een voorbeeld van), het universele garagebedrijf (dat vaak een langere adem heeft) of het schadeherstelbedrijf.

En dus gaat men door, vol goede hoop, maar zonder perspectief. Doorgaan in een dalende markt leidt tot een harde concurrentie inclusief het nodige margeverlies, maar het is zoals de Zeeuwen het zeggen Luctor et emergo. Alleen blijft niet iedereen lang genoeg drijven. Ondernemers gaan al dan niet gedwongen door tot ze omvallen, tot er geen sap meer uitkomt. 

Deel dit artikel op

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Laatste nieuws
Meest bekeken berichten
Recente Reacties
  • Empress on GreenMobility gaat op in MyWheels: “greenmobility was super je kon de deelauto s overal zetten bij my wheels is dit niet het geval…en bij my…mrt 27, 07:33
  • Theo Martens on Kortsluiting in de EV-transitie: “Geachte heer Veldhuisen, Volgens mij heeft de EU vorige week een lijstje gepubliceerd waaruit bleek dat EV de op één…mrt 21, 14:20
  • Daan Jongejan on Gomes opent occasionvestiging: “Mooie vestiging en heel veel succes met de verkoop van deze occasions.mrt 14, 17:40
  • Remar on Tesla-fabriek Berlijn stilgelegd na brand: “Electrische auto’s (naaimachine onder de auto’s) niets voor mij als echte auto fanaat, om over de modellen maar niet te…mrt 5, 12:38
  • Ronald Verschure on Buiten Kantooruren: Kunstig priegelen: “Hey Gert ik zie dat je ook van brandweer voertuig hebt naar gemaakt zou je voor me zo 1 willen…mrt 1, 23:06