Al te maken gehad met de CSRD? Deze Corporate Sustainability Reporting Directive is een EU-richtlijn en verplicht bedrijven inzicht te geven in de impact van hun bedrijfsactiviteiten. De verplichting geldt alleen voor grote bedrijven maar zogenoemde ketenpartners zoals schadeherstelbedrijven voelen de impact weldegelijk, ondanks de onlangs voorgestelde vereenvoudiging van de CSRD.

De Corporate Sustainability Reporting Directive is bedoeld om bedrijven onderling te kunnen vergelijken als het gaat om hun duurzaamheidsscores. Vergelijk het met het door accountants goedgekeurde financiële jaarverslag. De gebruikte termen en methodes zijn uniform omdat ze zijn vastgelegd binnen de ESRS zodat de spreekwoordelijke appels daadwerkelijk met appels en niet met peren worden vergeleken.

Rondom duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen is zo’n eenduidige rapportage meer dan welkom, al was het maar om zogenaamde greenwashing tegen te gaan. Deze term staat voor partijen die goede sier lijken te maken met duurzame ambities, maar dat niet waar kunnen maken zodra je ook maar iets dieper graaft. En ook binnen de financiële verslaglegging door accountants krijgt de blootstelling aan duurzaamheidsrisico’s meer en meer aandacht want banken en verzekeraars willen die inzichten ook hebben.

Plat gezegd raakt het dus weldegelijk de hele keten, van auto- of schadebedrijf tot aan de fabrikanten en toeleveranciers. Inderdaad, dus ook de bedrijven die buiten de directe verplichting vallen. Immers, als klanten of toeleveranciers gedwongen worden om transparant te worden over zaken als duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen, gaan ze ook eisen stellen aan hun partners verderop in de keten. Denk aan klanten en toeleveranciers, maar ook aan banken en verzekeraars.

Door geen fysieke proefstalen te hoeven spuiten bespaart het schadeherstelbedrijf tijd, kosten en afval zonder dat het eindresultaat eronder hoeft te lijden.

De termen duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen betekenen voor eenieder in de praktijk net wat anders: sommigen leggen de definitie vrij smal door deze te beperken tot het klimaat, anderen weer zo breed dat alles eronder valt wat de mens en diens voortbestaan negatief beïnvloedt. Duurzaam ondernemen betekent echter dat er een gezonde bedrijfscontinuïteit is: zowel in financiële zin als vanuit menselijk perspectief. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO) formuleert het zo: “De CSRD schrijft voor dat uw bedrijf in het bestuursverslag rapporteert over duurzaamheidskwesties, zoals de gevolgen van uw bedrijfsactiviteiten voor mens, milieu en klimaat.”

Internationaal wordt behalve deze CSRD ook de term ESG gebezigd. Deze drie letters staan voor de Engelse begrippen environmental, social, and governance. In goed Nederlands gaat het dus om het milieu, de mens en goed bestuur. En inderdaad, de s staat daarbij dus niet voor sustainability.

Ui met 3 lagen

Of het nu gaat om CSRD of om ESG, je ontkomt evenmin aan de begrippen scope 1, 2 en 3. Het draait daarbij specifiek om de zogenaamde corporate carbon footprint ofwel de totale impact van het bedrijf als het gaat om de uitstoot van broeikasgassen zoals CO2. De cijfers 1, 2 en 3 bepalen als het ware de afstand tot de bron van uitstoot, een beetje zoals de lagen van een ui. Scope 1 omvat kort gezegd de directe uitstoot van de bedrijfsmiddelen, scope 2 die van de ingekochte energie.

De derde laag betreft ten slotte de indirecte uitstoot van het bedrijf, of het nu gaat om de inkoopkant of de verkoopkant van het bedrijf, in scope-termen ook wel stroomopwaarts en stroomafwaarts genoemd. Hoewel deze laag het lastigst te beïnvloeden is, kan het maar zo zijn dat het grootste aandeel van de totale afdruk hier vandaan komt. Het belang van deze scope-benadering zit hem wederom in transparantie en het daadwerkelijk vergelijken van appels met appels. De scope-benadering dwingt de beoordeling van de hele waardeketen af en beïnvloedt dus ook de mkb’er die er zelf niet direct verplicht toe is. Bedrijven die niet verplicht worden te rapporteren kunnen dat vrijwillig doen via de zogenoemde Voluntary Small Medium Enterprise binnen de ESRS, kortweg VSME. Brancheorganisaties zoals BOVAG hebben hiertoe instrumenten beschikbaar en ook partijen zoals Stichting Duurzaam pakken dit op voor hun leden.


Google had decennia geleden ‘don’t be evil’ als motto, een van de meest kernachtige verwoordingen van containerbegrippen zoals duurzaamheid of maatschappelijk verantwoord ondernemen.


BASF Coatings (met de lakmerken Glasurit en R-M Autolakken) kwam onlangs met een nieuw instrument dat op dit onderwerp inhaakt. Deze Eco-Impact Assessment-tool draait op Refinity, een digitaal business management platform dat is ontworpen om partners en klanten in de autoreparatielakbranche te ondersteunen.

“De beoordeling resulteert in een CO2-voetafdruk van het bedrijf en maakt het mogelijk om te benchmarken met andere schadeherstelbedrijven. Door de resultaten te vergelijken, helpt de tool bij het definiëren van maatregelen om de prestaties te verbeteren en de impact op het milieu te verminderen”, zegt Dr. Rahel Reichmann, Head of Sustainability Automotive Refinish Coatings bij BASF.

Ook Anurag Raj is als Global Sustainability manager bij PPG al jaren met het thema bezig, ook voor de komst van bijvoorbeeld de CSRD in de EU. Als een van de grote, wereldwijde chemieconcerns bedient PPG een veel breder spectrum dan alleen de lakken en aanverwante items voor autoschadeherstel. Als vakblad gespecialiseerd in de automotive aftersales parkeren we die andere takken even om de focus op Automotive Refinish te houden.

Naar de praktijk

Hoe vertaalt de dagelijkse praktijk van een Global Sustainability manager bij een lakmultinational zich naar het autoschadebedrijf op het lokale industrieterrein? “Ik begrijp dat het voor het lokale mkb ingewikkeld is. We praten hier over grote thema’s zoals de rol van de mens en de industrie op klimaatverandering en de beperkte beschikbaarheid van grondstoffen. Thema’s waar het mkb weinig grip op heeft en in tijden van personeelstekort ook niet de tijd voor neemt. Juist daarom is het zo belangrijk om als toeleverancier en partner van het mkb die rol te omarmen. Niet omdat het moet van wetgevende machten zoals de EU, maar omdat we bij PPG het belangrijk vinden om onze verantwoordelijkheid te nemen. En dat kan betekenen dat we op sommige vlakken voor de troepen uit lopen.”

Dat klinkt allemaal prachtig, maar termen zoals greenwashing en windowdressing leggen hier precies de vinger op mogelijke zere plekken. Hoe onderscheid je je als bedrijf van partijen die mooie claims niet kunnen waarmaken? En, hoe prik je als klant door die valse claims heen om de juiste bewuste keuze te maken? “Precies daarom is die uniforme rapportage zo welkom. Je kunt het als een administratieve last zien, een extra kostenpost, maar uiteindelijk heeft iedereen ermee te maken. Gebruik het juist om te laten zien waar je het onderscheid maakt zodat de klant bewust kan kiezen. Een ding weten we zeker: de normen rondom deze thema’s worden eerder strakker dan losser. Het tijdspad verandert misschien wat maar de richting zeker niet. Wij anticiperen er daarom alvast op.”

Circulaire economie

Een term is nog niet gevallen en dat is de circulaire economie, toch een veel gebezigd begrip binnen deze materie. In het kort betekent het dat er geen nieuwe grondstoffen gebruikt worden, maar dat producten terug genomen worden en weer nieuwe producten worden. “Prachtige theorie, maar een heel ingewikkeld dossier. In mijn ogen is er niet één oplossing, maar zit het hem juist in de mix. Gebruik een artikel langdurig, iets wat bijvoorbeeld heel erg actueel is rondom de milieu-impact van fast fashion: spotgoedkope kleding die kort gedragen wordt en de afvalbergen die dat oplevert. Onderhoud je spullen en repareer voor je iets vervangt. “Een volgende stap is dan refurbishing, het fabrieksmatig verjongen van een product zoals een telefoon of tablet maar ook auto’s kunnen zo’n behandeling krijgen. Als laatste halte is recycling pas aan de orde.”


Als klanten of toeleveranciers gedwongen worden om transparant te worden over zaken als duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen gaan ze ook eisen stellen aan hun partners verderop in de keten


Waar we het nog niet over hebben gehad, is de keuze voor minder. “Het klinkt misschien raar. We zijn een commercieel bedrijf, aan de beurs genoteerd en dus met een verplichting naar zowel de maatschappij, ons eigen personeel en onze klanten als naar de aandeelhouders. Tegelijkertijd verkopen we met plezier minder product om zo onze voetafdruk te verkleinen. Onze lakken hebben bijvoorbeeld de langste shelflife (levensduur van het ongebruikte product in de verpakking, red.) en we verminderen zo de afvalberg. Voorkomen is beter dan genezen. En ja, dat betekent dus ook dat je minder kunt verkopen want het product blijft langer goed. Een ander voorbeeld betreft de digitale proefmonsters om lakverspilling te voorkomen. En zo kan ik nog uren doorgaan, want de voorbeelden zijn legio. Het lokale schadeherstelbedrijf heeft dus weldegelijk wat te kiezen. En niet alleen omwille van de duurzaamheid, het bedrijfsrendement profiteert mee.”

Deel dit artikel op​

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Laatste nieuws
11 juli 2025
ADPA en GVA winnen zaak tegen BMW
11 juli 2025
Prijs voor beperken waterstofverliezen
11 juli 2025
Autowasdag levert 60.721 euro op voor Prinses Máxima Centrum
11 juli 2025
20 procent meer auto’s gestolen
11 juli 2025
Duurzaamheid: voorkomen beter dan genezen
10 juli 2025
ACtronics breidt revisie-aanbod uit
Meest bekeken berichten
Recente reacties