Dat laadpalen voor elektrische auto’s in Europa niet gelijkelijk verdeeld zijn, is bekend. De in Acea verzamelde autofabrikanten roepen er nu toe op lidstaten te verplichten hun brandstofinfrastructuur op orde te brengen. Het gaat daarbij niet alleen om laadpunten voor elektrische auto’s, maar ook om waterstoftankstations voor elektrische auto’s met een brandstofcel.
70 procent van alle laadstations in de EU is geconcentreerd in slechts drie landen: Nederland, Duitsland en Frankrijk. Samen vormen deze landen slechts 23 procent van de totale oppervlakte van de EU.
Scheef
Hoe scheef de verdeling van laadpunten is over de EU blijkt als we de cijfers van Nederland vergelijken met die van bijvoorbeeld Roemenië. Nederland beslaat slechts 0,8 procent van het totale grondgebied van de EU, maar in ons land staat wel bijna 30 procent van alle laadstations in de EU. Roemenië daarentegen beslaat 5,8 procent van het grondgebied van de EU, maar draagt slechts voor 0,2 procent bij aan het aantal laadstations. En in heel Bulgarije, meer dan tweeëneenhalf keer de oppervlakte van Nederland, zijn nog geen tweehonderd laadstations aanwezig.
De verdeling van laadstations ontwikkelt zich daarmee langs de scheidslijnen tussen de rijkere EU-landen in West-Europa, en de landen met een lager bruto binnenlands product in Oost-, Centraal- en Zuid-Europa. “Iedereen die een elektrische of brandstofcelauto wil kopen, is afhankelijk van een betrouwbare laad- of tankinfrastructuur – of dat nu thuis, op het werk en onderweg is”, aldus Acea-directeur-generaal Eric-Mark Huitema. “De tijd is gekomen voor overheden in heel Europa om vaart te zetten in de race naar groenere mobiliteit”, aldus Huitema.
6 miljoen
Wil Europa ernst maken met de halvering van de CO2-uitstoot door auto’s in 2030, dan zijn er in dat jaar ongeveer 6 miljoen oplaadpunten nodig. Er zijn er nu minder dan 225.000.