Zodra je het Drutense Molco-kantoor binnenstapt hoef je geen Einstein te zijn om te zien wat de liefhebberij is van directeur Sjors van Heertum. Aan de wanden hangen actiefoto’s op verschillende rallymotorfietsen. Pontificaal geparkeerd op de werkvloer de groene motor waarmee hij zijn laatste Dakar in 2019 reed.
Toch is de viervoudig Dakar-deelnemer geen motorman van huis uit. Hij groeide op tussen de trucks. Rond zijn 10e deed de tweewieler zijn intrede in het leven van de jonge Van Heertum. “Ik was altijd aan het pielen met brommertjes, dat vond ik prachtig. Mijn vader vond het niets en gaf er geen cent aan uit voor me. Toen dacht ik: als ik later geld verdien koop ik een crossmotor. Ik was bijna dertig jaar toen ik m’n eerste kocht, nota bene bij Frits van Eerd (eigenaar van Jumbo, MR) die net een motorzaak had overgenomen. Zo is het begonnen; een beetje enduro rijden met een vriendengroep. Frits ging in 2011 trainen in Marokko en zei dat we wel mee konden als we de motoren van het vriendengroepje meegaven. Crossen in de Afrikaanse duinen, wat is er mooier? Het was bovendien een stille wens van me. Hierna wilden we samen een rally rijden. Maar goed, dan hadden we wel andere motoren nodig, rallymotoren hebben zomaar dertig liter brandstof aan boord.”
Binnen kantooruren
“Ik ben directeur van Molco Car Parts. Ik heb het bedrijf vijf jaar geleden overgenomen. Wij bieden een compleet assortiment originele en aftermarket-onderdelen voor personenauto’s en kleine bedrijfswagens. Dat zijn ruim 1.300.000 automotive parts en accessoires, verdeeld over 400 artikelgroepen met meer dan 250 merken.”
Gekneusde ribben
Van Heertum vervolgt: “Die motoren kwamen er en de volgende stap was: misschien dat we ooit Dakar wel kunnen gaan rijden met die dingen! Ook dat plan werd gerealiseerd en in 2014, 2015 en 2016 stond ik aan de start van Dakar. Mijn maten vonden het na drie keer wel mooi zo, ik was er alleen nog niet klaar mee. Vooral de combinatie van rijden, de woestijn lezen en het navigeren vind ik erg mooi om te doen. Juist die combi maakt het spannend voor mij: Het Grote Avontuur. Het mooie is dat je veel kunt goedmaken met slim navigeren. Hoewel het in veel gevallen ook wel met geluk te maken heeft.”
Zijn mooiste Dakar-finish was in 2019: “Ik werd 3e in het kistklassement, dat betekent dat je alles zelf moet doen en nul assistentie hebt. Jij, een kist met spullen en een tentje. That’s it. Die podiumplek kwam totaal onverwacht, ik was de derde dag namelijk gevallen en mijn arm ging bijna niet meer omhoog. Ook had ik mijn ribben gekneusd. Maar goed, ik wílde per se door. Achteraf was dat niet slim, hoewel ik zeker trots ben op die Dakar-deelname. Ik heb een halfjaar nodig gehad om er weer bovenop te komen. Eigenlijk was het één grote ellende, maar ik had het absoluut niet willen missen.”
Volgende generatie
“Naast Dakar hebben we met de vriendengroep veel meer mooie dingen ondernomen en rijden we waar dan ook ter wereld de mooiste rally’s samen. Zo zijn we door Nieuw-Zeeland gereden, stond er drie weken door Australië op het programma en hebben we drie landen in Afrika doorkruist. De laatste keer zijn we met elkaar dwars door Brazilië gereden en een half jaar later reden we van Bolivia naar Peru. Afgelopen juni wilden we van Peru naar Colombia rijden, maar dat is door corona niet doorgegaan. Nu is het de bedoeling dat we naar Baja gaan, een schiereiland bij Mexico. Van daar willen we naar Las Vegas rijden.”
Waarom hij alles graag op de motor doet? Schamper lachend: “Het is zwaarder dan in een auto en ik daag mezelf graag uit, leg de lat graag steeds hoger. Ik houd vooral van uitdagingen. Daar komt bij dat je per motor niet een heel team op sleeptouw hoeft mee te nemen. Voor mij is het dan geen hobby meer. Je prepareert je motor van tevoren helemaal en dan kun je er – als je niet valt en geen pech ervaart onderweg – 5000 kilometer tegenaan. Ik ben goed fit en sport veel, dus ik kan vrij veel aan.”
‘Tijdens een halve triatlon verbruik ik 6000 calorieën, op een zware Dakar-dag ongeveer 7000 calorieën en bij Romaniacs zat ik op 13.000 calorieën’
Een hele bijzondere race was in 2018, een zogenaamde Extreme Enduro, de RedBull Romaniacs. “Je gaat daarbij zó stijl omhoog en omlaag dat het ook wel ‘vertical madness’ wordt genoemd. Dan rijd je maar 100 km per dag, maar daar ben je wel 10 uur voor onderweg! Ter illustratie: tijdens een halve triatlon verbruik ik 6000 calorieën, op een zware Dakar-dag ongeveer 7000 calorieën en bij Romaniacs zat ik op 13.000 calorieën!”
Voor de directeur is deze liefhebberij perfect om het hoofd lekker leeg te maken. “Zodra ik op de motor stap dan denk ik nergens anders meer aan. Dat kan ook niet omdat je zó gefocust moet zijn op waar je mee bezig bent. Ik wil nog zeker wel een keer meedoen met Dakar als het kan. Maar goed, de volgende generatie staat al te trappelen. Ik heb twee jongens van 16 en 17 jaar waar ik vaak mee ga crossen op de crossbaan. Zij willen nu ook Dakar gaan rijden. Tja. Op zich niet heel verrassend met zo’n vader hè. Maar of ik er nu echt blij mee ben…”