Service Only is de universele garageformule van dealerholding Amega, met zeven vestigingen in de regio rond Dordrecht. Vier daarvan staan los van een dealervestiging, waaronder de vestiging in Dordrecht.

Er zit altijd spanning op: een universele garageformule voor een dealerbedrijf. Nu zit Service Only in Dordrecht niet in een dealervestiging van Amega, maar bedrijfsleider Maurice van der Made en Yoram Punt als eindverantwoordelijke voor Service Only hebben voldoende ervaring met de vestigingen in Sliedrecht, ’s-Gravendeel en Gorinchem die wel bij een dealerbedrijf gehuisvest zijn, nota bene achter dezelfde voordeur. Yoram Punt: “Het concept van Service Only is bedacht om het onderhoud aan de auto te kunnen blijven doen als hij bij de dealer uit beeld raakt. We sturen niemand bij de dealer weg, maar na vier, vijf jaar gaan veel rijders nu eenmaal op zoek naar een andere partij. Als we merken dat iemand begint te twijfelen, kunnen we het alternatief van Service Only bieden.”

Maurice van der Made: “Je kunt je klanten niet vastbinden, natuurlijk, maar je kunt wel proberen ze op een andere manier te benaderen. En de klanten weten het verschil ook. Als ze bij Ames binnenkomen en ze laten hun auto onderhouden binnen de garantietermijn, dan weten ze dat daar geen gedoe over komt. Op een gegeven moment komt er een kantelpunt. Dan gaan ze de kosten tegen de baten afwegen en vinden ze het prima als het onderhoud binnen het kader van Service Only gebeurt.”

Eén van de verschillen tussen het onderhoud bij de dealer en bij Service Only is dat er in het laatste geval slechts één persoon achter de balie zit, terwijl dat er bij de dealervestigingen wel wat meer zijn. Yoram Punt: “Het dealerbedrijf moet daarbij voldoen aan allerlei eisen die door de importeur worden gesteld. Een gereedschapskist voor een Service Only-vestiging bijvoorbeeld kopen we bij onze grossier, maar de Ames-vestigingen moeten een VAG-gereedschapskist hebben. Die is bijna hetzelfde, maar er hangt een ander prijskaartje aan. Dat merkt de klant ook. Het voordeel voor de klant is wel dat hij bij de dealer wat eerder kan rekenen op coulance, eerder kan terugvallen op garantie. Uiteindelijk proberen we voor ieder budget een oplossing te vinden.”

Ook gebruikte onderdelen komen dan in beeld. “Ik moet daar wel bij zeggen dat we ons niet aan de onderkant van de markt begeven. We zijn echt op zoek naar auto’s vanaf vier jaar tot een jaar of vijftien maximaal. Als je alles voor de laagste prijs moet gaan doen, wordt het ook steeds moeilijker om nog wat te verdienen. We bieden een nette ontvangstruimte, elektrische fietsen als vervangend vervoer, de auto wordt gewassen bij een grote beurt, we hebben wifi, lekkere koffie… We willen dat dat allemaal goed geregeld is en daar moet de klant ook voor willen betalen.”

Amega Groep Service

Only is de universele garageformule van moedermaatschappij Amega Groep, die aan 550 mensen werk biedt. De groep vindt zijn oorsprong in het Volkswagen-agentschap dat Jan Ames in 1947 startte in Leerdam. De familie Ames zit sinds 2017 niet meer in het bedrijf, dat nu deels in handen is van Pon Holdings en dealer is van Volkswagen, Audi, Seat en Skoda, Volvo, Hyundai en Opel, en sinds het meerderheidsbelang in de Mulder Automotive Groep ook van Peugeot en Citroën. Verder behoren onder meer twee Schadenet-vestigingen, PSB Bedrijfswageninrichting en sinds kort Groeneveld Fietsen tot de holding.

Doorstroming

Wat maakt het voor de klant van de vestiging in Dordrecht uit dat er, hoewel niet zichtbaar, een binding is met een dealerbedrijf? Maurice van de Made: “Het maakt niet uit in de zin dat we alle merken kunnen onderhouden. De jongens volgen geregeld trainingen van Bosch. Wat het werken aan specifieke merken betreft hebben we enkele jongens die bij andere merkdealers gewerkt hebben. En komen we er een keer niet uit met een van de merken die binnen de holding vertegenwoordigd zijn, dan is er natuurlijk een kort lijntje met het dealerbedrijf.”

Voor het personeel is er nog een voordeel van de twee smaken die er binnen Amega te krijgen zijn. Yoram Punt: “In het begin willen veel monteurs het liefst bij een merkdealer werken: premium, nieuwe auto’s, originele onderdelen… Het betekent ook: werken volgens vaste procedures. In een universeel autobedrijf krijg je alle merken binnen. De afwisseling is groter, maar de informatievoorziening, de ondersteuning is minder. De monteur hier zal dus vaker zelf naar een oplossing moeten zoeken, waardoor het wel eens wat langer kan duren. De ene monteur wordt daardoor uitgedaagd, een ander werkt juist liever binnen de vaste kaders van het dealerbedrijf. Het is wel zo dat je binnen het universele autobedrijf als monteur makkelijker door kunt stromen, bijvoorbeeld naar assistent-bedrijfsleider. Die stap is toch makkelijker te maken dan van monteur naar werkplaatschef, waar je ineens een team van twintig monteurs moet aansturen. Andersom, de overstap van universeel naar dealerbedrijf, komt veel minder vaak voor.”

‘We sturen niemand bij de dealer weg, maar als we merken dat iemand begint te twijfelen, kunnen we het alternatief van Service Only bieden.’

Ook voor Service Only blijkt het moeilijk aan het juiste technische personeel te komen. Yoram Punt: “In de regio zitten nogal wat technische bedrijven die allemaal aan dezelfde jongens en meiden trekken. In een fabriek bijvoorbeeld heb je vaak nachtdienstentoeslag, of gevarentoeslag als je met chemische middelen werkt. Daar kunnen ze salarissen verdienen waar wij niet tegenop kunnen. Dan valt het voor ons binnen Amega nog wel mee. We zijn erkend leerbedrijf, Amega werkt veel samen met opleidingen en scholen, dus we zijn heel zichtbaar. We zijn ook een grote naam in de regio en door het volume hebben we ook veel verschillende functies.”

Van de zeven vestigingen is die in Dordrecht in ieder geval wat oppervlakte betreft de grootste. Maurice van de Made: “Het had ook wat omzet de grootste kunnen zijn, maar hier was vroeger een Fiat-dealer gevestigd en het was bouwkundig niet mogelijk om de showroom bij de werkplaats te trekken. Daar staat tegenover dat het pand een mooie entree biedt. Je komt wel ergens binnen.”

Vervangend vervoer

Voor vervangend vervoer kan Service Only altijd een beroep doen op de vloot van AA Rental, dat net als zusteronderneming AA Lease ooit deel uitmaakte van de Amega-holding, maar nu geheel onafhankelijk opereert, al zijn de contacten er nog altijd. Daarbij heeft Amega onlangs Groeneveld Fietsen aan het bedrijvenpalet toegevoegd. Yoram Punt: “Dat kwam voort uit onze behoefte om een totaal mobiliteitsaanbod te hebben. Vanuit de Service Only-vestigingen lag er al de vraag naar elektrische fietsen als vervangend vervoer. Dat hebben we toen na de overname van Groeneveld ook meteen aangepakt, zodat alle vestigingen van Service Only nu de beschikking hebben over zowel gewone als elektrische fietsen. De meeste klanten komen toch uit de buurt en hebben helemaal geen behoefte aan een vervangende auto. En dat we er een fietswerkplaats bij hebben, is mooi meegenomen. Met al die fietsen is het wel handig als je die zelf kunt onderhouden en repareren.”

Marketing

Waar Service Only de laatste tijd sterk op heeft ingezet, is marketing. Wie Dordrecht over de N3 nadert, kan het grote billboard niet ontgaan zijn. Yoram Punt: “We zijn lokaal echt heel zichtbaar en dat heeft ertoe geleid dat we in een jaar tijd het klantenbestand met 15 procent hebben zien groeien. We zetten ook in op de vindbaarheid op Google, we adverteren op Google, we versturen elke maand een nieuwsbrief en elk kwartaal een huis-aan-huisfolder.”

De boodschap die Service Only boven alles wil uitdragen is: service bieden voor alle merken. Occasionverkoop, veelal een pijler onder het universele garagebedrijf, speelt binnen Service Only nauwelijks een rol. Yoram Punt: “Daarvoor hebben we het Ames Occasioncentrum in Zwijndrecht. Ook dat is weer een kwestie van doen waar je goed in bent, al kun je dat natuurlijk alleen doen als je het volume hebt. Wij zijn goed in universeel onderhoud. In Zwijndrecht zijn ze goed in occasionverkoop. Er is een verband, maar binnen de groep werken alle onderdelen los van elkaar en moet ieder zijn eigen broek ophouden. Als de een iets voor de ander doet, wordt er gewoon een factuur gestuurd.”