Autodelen is slechts een hype. Een positief verdienmodel lijkt ver weg – als het er al van komt. Die conclusie valt te trekken uit het afgelopen week verschenen rapport van AT Kearney over de Europese markt voor car sharing.
Volgens de opstellers blijft autodelen slechts gevraagd in een handvol steden met hoge bevolkingsdichtheid (minimaal drieduizend bewoners per vierkante kilometer). En door de enorme concurrentie van een groeiend aantal aanbieders is geld verdienen met autodelen voorlopig een illusie.
Geld verbranden
In 2010-2011 begonnen concepten als Drivenow (BMW) en Car2Go (Daimler) aan een voortvarende internationale start met autodelen. Diverse andere fabrikanten (Volkswagen, Ford) en grote autoverhuurders als bijvoorbeeld Sixt gingen mee in de – vaak regionale – aanpak. Allerlei startups (in ons land Amber) zagen brood in autodelen en zijn vaak nog steeds bezig investeerdersgeld aan het verbranden. Met mooie plannen, maar met weinig uitzicht op het broodnodige geld verdienen.
Ride sharing
Autodelen werd deels gekoppeld aan ritdelen (ride sharing), waarbij Uber en Lyft als ‘voorbeelden’ werden gebruikt. Ondanks dat het aantal autodelers is gestegen van wereldwijd van drie miljoen naar ruim 27 miljoen geregistreerde gebruikers, is volgens het onderzoeks- en adviesbureau AT Kearney, het autodelen meer een mythe dan een businessmodel. Toen het in 2010-2011 werd omarmd door grote partijen, klonken geluiden als zou autodelen weleens 1 op de 5 auto’s uit het wagenpark zou doen verdwijnen. AT Kearney denkt nu echter aan maximaal 1 op de 20 – en dat dan alleen in de ‘overbevolkte’ binnensteden.