Van de automobilisten die in 2021 elektrisch gingen rijden, deed 28 procent dat in een tweedehands auto. In 2019 was dat nog 16 procent. De groep van 72 procent die een nieuwe elektrische auto is gaan rijden bestaat uit 22 procent koop, 16 procent privélease en 34 procent die een elektrische auto van de zaak is gaan rijden.
Dat zijn enkele uitkomsten van een onderzoek van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de Vereniging Elektrische Rijders (VER) naar de ervaringen van 2400 automobilisten die nu al elektrisch rijden. Ongeveer de helft daarvan is zakelijke rijder. Het merendeel rijdt drie jaar of korter elektrisch.
Kostenvoordeel
Financieel voordeel is voor zowel particulieren als zakelijke rijders een belangrijke reden om elektrisch te gaan rijden. Voor particulieren is er de vrijstelling van de motorrijtuigenbelasting. Van de huidige rijders vroeg 53 procent subsidie aan sinds de openstelling van de Stimuleringsregeling Elektrische Personenauto Particulieren (SEPP). Zakelijke EV-rijders noemen vooral de verlaagde bijtelling. Een derde van de leaserijders zegt bij de huidige bijtelling (verhoogd naar 16 procent) niet opnieuw te kiezen voor een elektrische auto.
De mogelijkheid om via privélease elektrisch te gaan rijden heeft ook veel automobilisten over de streep getrokken: maar liefst 73 procent. Een derde van de privéleaserijders betaalt minder dan 400 euro per maand voor een contractduur van veelal zestig maanden.
Merkentrouw
Ook een opmerkelijk resultaat van het berijdersonderzoek is dat elektrische rijders nauwelijks trouw aan hun merk zijn. Slechts 16 procent rijdt in een elektrische auto van hetzelfde merk als waarvan ze voorheen een brandstofauto reden. Van die 16 procent is het voor het merendeel (57 procent) bovendien geen bewuste keuze geweest, eerder toeval.