Focwa heeft besloten om de noodzaak van Hiqure voor de schadeherstelbranche te onderzoeken. De organisatie heeft een commissie in het leven geroepen die een advies moet geven over de toekomst van de Eurogaranteisen. Daarmee wordt 2015 tenminste een overgangsjaar voor Hiqure.
Eerder dit jaar besloot Focwa al af te zien van de verplichting voor Eurogarantbedrijven om per 1 januari 2015 te beschikken over een geldig Hiqure-certificaat. Tegen de nieuwe standaard bestaat immers veel weerstand binnen de branche. Volgens Focwa zijn het de veranderende marktomstandigheden die vragen om een herijking van de Eurogarant deelnemerseisen en daarmee ook Hiqure.
Secretaris Karel Bukholczer: “Binnen Eurogarant heeft elk aangesloten schadeherstelbedrijf de verplichting om een borgingssysteem te hebben. Daarbij is er nu de keuze uit vier systemen: KZS, ISO, Eurogarantborging en Hiqure. Vanuit de stakeholders bestond bij het ontwikkelen van een nieuwe kwaliteitsborging met oog op de toekomst nadrukkelijk de behoefte om in gezamenlijkheid te kiezen voor één systeem. Daarbij is voor Hiqure gekozen, onder meer omdat dit systeem de eisen aan kwaliteit en veiligheid het meest concreet vertaalt naar de werkzaamheden in de werkplaats.”
Snelheid
“Het bleek echter dat, mede door de economische omstandigheden, niet alle stakeholders eenzelfde snelheid konden halen bij de implementatie van Hiqure. Daar kwam dit jaar nog een andere discussie bij, namelijk die van een geconstateerde verschuiving in de verhouding technische en cosmetische schades. Het blijkt immers dat het aandeel cosmetische schades veel groter is geworden en feitelijk dat alle Eurogarant deelnemerseisen voor veel werkzaamheden niet nodig zijn. Moet je dan wel zo’n zware verplichting stellen aan alle Eurogarant-bedrijven?”, vraagt Bukholczer zich af.
Het zijn dit soort overwegingen die hebben geleid tot de instelling van de commissie herijking Focwa Eurogarant, waarin onder meer een representatieve afspiegeling van de markt zitting heeft. Deze commissie bereidt een advies voor ten behoeve van het bestuur van het Garantiefonds over de toekomst van de Eurogaranteisen. “2015 is een overgangsjaar waarin marktontwikkelingen worden samengesmolten tot een duidelijke, uniforme standaard voor schadeherstel”, besluit Bukholczer.