Rijbaanondersteuningssystemen (Lane Assist) werken nog niet altijd goed. Zo concluderen de ANWB en Royal Haskoning DHV op basis van een praktijktest met verschillende automerken en een enquête onder 100 automobilisten die ervaring met deze systemen hebben.
Overigens ligt dat niet zozeer aan de systemen zelf, maar vooral aan een aantal randvoorwaarden die cruciaal zijn voor een goede werking. Uit de praktijktest blijkt dat markeringen op de wegen door de systemen niet altijd worden herkend, vaak door verminderde zichtbaarheid. Daardoor werken de systemen niet zoals zou moeten en worden gebruikers niet optimaal ondersteund. Bestuurders kunnen niet altijd op de systemen vertrouwen en moeten de informatie op het dashboard vaker checken, wat de bestuurder kan afleiden. Dit, terwijl ondertussen uit de enquête blijkt dat gebruikers geneigd zijn om de werking van de systemen te overschatten.
Volgens de ANWB en Royal Haskoning moet de voorlichting vanuit de dealer en fabrikant dan ook beter en zouden bestuurders nu onvoldoende informatie krijgen over de voordelen en beperkingen. De helft van de respondenten geeft aan het systemen zonder enige voorkennis te gebruiken (vooral leaserijders laten zich slecht voorlichten).
Ook zeggen de ANWB en Royal Haskoning dat autofabrikanten moeten werken werken aan een verdere verbetering van de systemen. Vooral ook omdat veel automobilisten het systeem blindelings vertrouwen. Ook moet duidelijk zijn wanneer het systeem niet in werking is.
Wegbeheerders zouden een goede systeemwerking kunnen bevorderen door de wegbelijning te verbeteren en vooral op de zichtbaarheid te letten, ook bij nat weer, nacht en schemer. Ook goed onderhoud van bermen lang de weg is van belang.