Bij alle politieke ophef over manipulatie door autofabrikanten van uitstootgegevens past volgens de RDW een belangrijke kanttekening: in de afgelopen jaren is er, ondanks diverse waarschuwingen die de keuringsinstantie afgaf, nooit écht werk van gemaakt om het probleem aan te pakken.
RDW-expert André Rijnders zei dat gisteren in het Europees Parlement, dat hem vroeg om tekst en uitleg naar aanleiding van het gesjoemel met software door Volkswagen. Het concern kreeg een typegoedkeuring voor modellen waarvan de emissiewaarden naar later bleek kunstmatig opgepept waren.
Rijnders kaatste de bal terug, erop wijzend dat er de voorbije ruim vijftien jaar nooit door welke publieke autoriteit dan ook formeel is verzocht om eventuele manipulatie fundamenteel uit te zoeken. Deels was dat het gevolg van oprecht, naar inmiddels is gebleken naïef overheidsvertrouwen dat fabrikanten eigener beweging zouden afzien van manipulatie. Wettelijk bestaat er sinds 1998 een verbod om te sleutelen aan de uitstoot van schadelijke gassen, maar in de praktijk bleek dat een papieren tijger. Alleen al om praktische redenen, stelde Rijnders, want ‘zoeken naar iets dat je niet weet’ is moeilijk.
Uniformiteit
Om te voorkomen dat het ene land straks andere normen hanteert dan het andere, bepleitte Rijnders tijdens het verhoor uniformiteit in de keuringscriteria. Autofabrikanten kunnen daardoor niet in een ‘soepel’ land goedkeuring van de emissiewaarden krijgen die automatisch algemeen verbindend is voor de rest van Europa.
Overigens zal de Tweede Kamer nog deze maand de resultaten te zien krijgen van gecombineerd RDW- en TNO-onderzoek naar de uitstoot bij andere automodellen – onder meer van Volvo, Kia en Hyundai. Deze kregen van de RDW een Europese typegoedkeuring, maar naar aanleiding van ‘sjoemelgate’ is de keuringsinstantie dieper gaan graven. Doel is helder te krijgen of ook andere spelers in de personenwagenmarkt de papieren en werkelijke uitstoot manipuleren.