Kroymans, Pouw en Koops Furness. In 2007, vlak voor de crisis, waren ze nog te vinden in de top tien van dealerholdings. Niemand vermoedde toen nog dat Kroymans twee jaar laten ten val zou komen. In 2013 was het de beurt aan Pouw en dit jaar kwam het einde voor Koops.

Dramatisch voor alle medewerkers, zeker in tijden waarin andere banen binnen de sector niet voor het oprapen liggen. De val van deze ‘giganten’ werd de afgelopen tijd nogal eens aangegrepen om de grootte van dealerbedrijven ter discussie te stellen. Zijn dit soort holdings door hun omvang nog te ‘managen’ of gedoemd te ontaarden in een onbestuurbare chaos? Is schaalvergroting wel efficiënt en is klein niet gewoon fijn(er)?

Zelf heb ik in het verleden voor twee grote holdings mogen werken. De ene was Kroymans, een bedrijf dat grotendeels op gevoel werd bestuurd en ongecontroleerd groeide. Een speeltuin voor autoliefhebbers, gebouwd op mooie dromen. In veel zaken tegengesteld aan de andere partij waar ik voor werkte, Beers. Deze (destijds onafhankelijke) importeur en dealer van Scania trucks was een scherp geleid bedrijf met een strakke organisatie en veel kennis van de markt. Volledig in control, bovenop de cijfers, marktgericht en altijd kijkend naar mogelijkheden om marge en winst te verhogen.

Het kan dus wel, iets wat ook terug te zien is in cijfers. Dankzij onderzoek van kenniscentrum Aumacon weten we dat de top vijftig dealerbedrijven inmiddels meer dan de helft (51 procent) van de markt (nieuwverkopen) in handen heeft. In 2007 lag dit percentage nog op 42 procent. Ook ligt het gemiddelde rendement volgens Aumacon bij de top vijftig hoger dan in de totale markt. Kijkend naar cijfers van CBS en OOMT is daarnaast een duidelijke trend zichtbaar betreffende de omvang van bedrijven in de autobranche. De kleintjes (tot vijf werknemers, veelal kleine universelen en zzp’ers) en de grote spelers (meer dan honderd werknemers) nemen in aantal toe. De middengroep neemt in aantal af.

Een trend die overigens ook in andere sectoren zichtbaar is. Kleinere spelers kunnen zich nu eenmaal vaak flexibeler opstellen, waardoord de kansen toenemen slechte marktomstandigheden te doorstaan. De zeer grote spelers kennen deze flexibiliteit niet of in mindere mate, maar weten dankzij hun schaal (kosten)voordelen te bewerkstelligen. De middencategorie kent veelal noch de flexibiliteit van de kleine spelers, noch de schaal van grotere partijen.

Of heel klein, of heel groot dus. Zo zwart-wit is het ook weer niet. Enerzijds zullen de grote dealerholdings hun aandeel zeker nog vergroten. Ook omdat de vraag van de markt naar betaalbare automobiliteit een steeds efficiënter distributienetwerk vereist. Anderzijds zal er ook in de toekomst ruimte blijven voor kleinere en middelgrote spelers die boven het maaiveld uitsteken. Ondernemingen met een bepaalde mate van flexibiliteit, een strakke organisatie en een sterke (lokale) marktpositie. Een ding is al een tijdje duidelijk: klein of groot, het speelkwartier is voorbij.

Deel dit artikel op​

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Laatste nieuws
1 april 2025
Registraties nieuwe auto’s dalen met 10 procent in eerste kwartaal 2025
1 april 2025
Accupakket als zwaard van Damocles
1 april 2025
Autodealers in 2024: meer omzet, minder winst
1 april 2025
Bosch lanceert twee nieuwe opleidingstrajecten
31 maart 2025
LKQ neemt afscheid van B2C Leisure
31 maart 2025
Nicola Torregiani neemt Benelux-markt onder zijn hoede 
Meest bekeken berichten
Recente reacties