Het aftersalesleven van personenauto’s ondergaat de komende decennia een drastische wijziging. De hoeveelheid werk krimpt, onderhoud zal meer op locatie gebeuren en gericht zijn op specifieke voertuigdelen. In de uitvoering gaat augmented reality en kunstmatige intelligentie domineren.

Die vooruitblik gaf hoofdredacteur Jos Veldhuisen van Aftersales Magazine de bezoekers van het aftersales-event van Automotive Insiders. Ter illustratie vergeleek hij een auto uit modeljaar 2018 met een uit modeljaar 2040. Gerekend over de economische levensduur valt onder meer het verschil in periodieke keuring op. Doet zich in een gemiddeld autoleven nu nog zes keer een apk voor, in 2040 is die waarschijnlijk continu en online. Verder transformeert de huidige frequentie van tien keer groot onderhoud naar dertig keer, waarbij het veelal draait om kleinere klussen. Ook de post ‘reparatie’ ondergaat een krimp, terwijl ‘schadeherstel’ in het volwassen geworden ADAS-tijdperk zelfs terugloopt naar nul.

Factor arbeid

In het opkomende tijdperk van elektrificering is steeds minder plek voor bewegende (motor)onderdelen. Die impact op de aftersales zal volgens Veldhuisen goeddeels moeten worden gecompenseerd door de factor arbeid. Nu al zijn bij Tesla en Nissan de manuren bepalend voor de tarieven inzake onderhoud en reparatie. Bij Tesla kost een 30.000-beurt 425 euro en een 60.000-beurt 825 euro; bij Nissan (Leaf) zijn die bedragen 196, respectievelijk ruim 200 euro. Bij dat alles is de hamvraag in hoeverre je als garagist in staat bent om de werking van hoogwaardige techniek à la ADAS te garanderen. Na een reparatie of onderhoudsbeurt moet de berijder er immers op kunnen vertrouwen dat dit soort vitale functies minimaal een jaar blijft functioneren. Investeringen in merkerkenning (kennis, apparatuur) zijn daarom onvermijdelijk. Zeker als de bestuurder/eigenaar nog meer dan nu al (57 procent) zegt het service-advies dat de auto afgeeft zonder meer op te volgen. In dat kader wees Vipin Moharir, ceo van de tech-gerichte Gateway Group en een van de gastsprekers, op de bereidheid om businessmodellen radicaal aan te passen. “Het is ‘selfdisruption of selfdestruction’.”

Prijsharmonisatie

Frank Toebes, directeur van NRF, voorspelde in zijn bijdrage over distributie in de aftermarket dat 2019 het jaar van de Europese prijsharmonisatie wordt. Partijen als GPC/Alliance en LKQ worden almaar groter en bepalender. “Ik voorzie dat wij producenten een stapje terug doen: niet meer in elk land een eigen magazijn en organisatie. Dat wordt een zaak van de zes of misschien wel minder partijen op het gebied van onderdelenlogistiek die overblijven.” Vanuit hun dominantie zullen zij de prijs van onderdelen in de Europese vervangingsmarkt gelijktrekken, in navolging van de VS. Daar geldt in het hele land een uniform bedrag, terwijl Europa een bandbreedte van dertig procent kent.

Digitalisering

Tijdens de AI-bijeenkomst konden bezoekers reageren op een reeks stellingen aangaande de toekomstige automotive aftersales. Dat ‘de kosten die gepaard gaan met de digitalisering van de werkplaats niet zijn op te brengen voor de zelfstandige garagist’ wilde er bij Rob Henneveld niet in. “Elektronica zal door economy of scale altijd betaalbaar blijven”, reageerde de directeur van Global Automotive Consultancy.