Verschillende automerken hebben hun dealerorganisaties afgelopen decennium een directaannameruimte opgelegd. Onder onafhankelijke autobedrijven is het nog altijd een witte olifant. Tot nu.
Kijkend naar de cijfers lijkt het bedrijf waar ik te gast ben een universeel bedrijf zoals er zoveel zijn in de markt: de directeur/eigenaar werkte als monteur in de branche en begon voor zichzelf. Hij sleutelt nog mee als het moet, maar zijn kostbare uren moet hij verdelen over klantencontact, het dagelijkse management en administratieve taken. Zijn team bestaat nu uit twee monteurs, maar de komst van een derde wordt hard toegejuicht. Als het dan ook nog eens een keurmeester betreft, helemaal goed! Toch is het bedrijf van Emiel Stolk, de ondernemer geworden technicus waarover we het hier hebben, geen gemiddeld bedrijf. Het begint al bij aankomst. De totem naast de inrit toont behalve de bedrijfsdetails en het Autocrew-logo ook het portret van een enthousiaste Stolk. Het pand zelf oogt fris, niet verrassend omdat het net betrokken is. “We zaten aan de overzijde en zijn daar uit onze jas gegroeid. Hier zat eerst een schildersbedrijf in dus we hebben het wel aan onze wensen moeten aanpassen”, vertelt Stolk. Dat het geen voormalig autobedrijf was heeft echter ook zijn voordelen. Geen in de vloer verzonken remmenbank op een plek waar je hem niet wilt hebben bijvoorbeeld. Het resultaat mag er zijn. De receptieruimte met robuuste stamtafel en kinderspeelruimte kreeg een hippe bijna industriële uitstraling. Een MPM-drum kreeg een tweede leven naast de receptiebalie en via de glazen deur stap je makkelijk de aannameruimte in. Als ik dat doe staat de ondernemer net met twee klanten bij hun auto op de inmiddels dalende uitlijnbrug. Terwijl ik toekijk opent Stolk, het gesprek intussen afrondend, de overheaddeur met de afstandbediening. Achter hem kijk ik door het glas naar de ruime werkplaats waar twee monteurs aan de auto’s werken.