Eurocars uit Hellevoetsluis was in 2017 het eerste Champion Service Point in Nederland. De nieuwste garageformule van de Partspoint Groep met zijn opvallende uitstraling bleek de perfecte match voor ondernemer Richard Helder. Hij weet heel goed wat hij wil en krijgt van Champion alle ruimte om te ondernemen.
Het is wanneer Richard Helder zich met zijn bedrijf wil gaan profileren op het gebied van olie als zijn leverancier met het merk Champion op de proppen komt. “Ik kende het van de bougies, maar niet van de olie. Het bleek prijstechnisch een heel aantrekkelijk product van Wolf Oil, uit België, die met Champion ook in Nederland wilde starten. Het merk is alleen bij Brezan te koop, verder nergens, dus ik kon me daar echt mee profileren. Ik kreeg toen een hele delegatie van Wolf Oil op bezoek en die hadden allerlei plannen, wilden helemaal voor me gaan. Ik liet weten dat ik een nieuwe bedrijfsauto had gekocht… Binnen een paar uur hadden ze een ontwerp gemaakt om die auto helemaal in de kleuren van Champion te bestickeren. Toen ben ik met ze in zee gegaan. Tot op de dag van vandaag heb ik nog nooit ergens een handtekening onder hoeven zetten, maar ze doen alles voor me.”
In 2017 start Champion met een garageconcept, Champion Service Point, net op het moment dat Richard Helder verhuist naar de Daltonweg. “Het pand was blauw, omdat er voorheen een Peugeot-dealer in had gezeten. Dat was natuurlijk niet precies de kleur van Champion, dus heb ik alles in rood-zwart laten schilderen. Was het meteen duidelijk dat hier wat stond te gebeuren. Uiteindelijk is het een fantastische
eyecatcher geworden. Het is geen doorsnee garagebedrijf.”
Verplichtingen
Richard Helder is vol lof over de ondersteuning die hij krijgt van Champion, ook als het op de formule aankomt. “Als ik mail dat ik nieuwe overalls voor de jongens nodig heb, komen ze die de volgende dag brengen. Er is geen andere garageformule in Nederland die zo voor je wil gaan als zij.”
“Ik ben wel Champion Service Point, maar ik heb geen contract, niets.”
Natuurlijk heeft ook Richard Helder wel andere garageconcepten aan de deur gehad. “Dat was het allemaal niet. Ik ben mezelf en ik blijf mezelf. Ik ben wel Champion Service Point, maar ik heb geen contract, niets. Natuurlijk zijn mijn olie en vloeistoffen van Champion, maar ik zit verder nergens aan vast, geen verplichtingen ten aanzien van onderdelen of wat ook. Ik ben ook niet verplicht om bij Brezan te kopen. De vloeistoffen komen er vandaan, dus ik kom er dagelijks over de vloer, maar daarnaast doe ik gewoon zaken met mijn grossier Autopia.”
Saillant detail is dat Autopia eigendom is van Ed Kanij, die vijf Brezan-vestigingen had, maar die allemaal heeft verkocht aan Brezan. Nadat zijn concurrentiebeding was verlopen startte hij zijn eigen grossiersbedrijf, dat hij dit jaar uitbreidt met een derde vestiging in Spijkenisse.
Lease
De auto’s die hij in de werkplaats krijgt, komen van particulieren en bedrijven uit de buurt. In contracten met leasemaatschappijen is Richard Helder terughoudend. “Het is heel simpel: de leasemaatschappij zegt welk uurloon ik mag rekenen als ik voor ze zou werken. Maar het is mijn bedrijf! Ik reken 59,95 per uur en ik ga me echt niet uit de naad werken voor een ander. Ik heb ook eens een gesprek gehad met een zakelijke klant, zat ik voor vijf of zes man: afdeling inkoop, afdeling verkoop, afdeling facturatie… Wilden ze precies weten wat mijn prijzen waren: transportprijs, uurprijs, alles wilden ze weten. Toen ben ik wel heel kort voor de kar geweest en heb ik gezegd: ‘Een goede service, die garandeer ik je. En dan mag je kiezen of je het doet of niet.’ En dat was goed. We doen inmiddels al ruim tien jaar zaken.”
Kennis
De doorsnee auto die bij Eurocars binnenkomt, is een middenklasser van vier jaar of ouder. “De jonge auto’s gaan allemaal naar de dealer. Vanaf vier jaar zie ik ze hier binnenkomen. Dat kan van alles zijn: een Ferrari voor een apk-keuring, een T2-busje, een Jaguar… Van alles komt hier binnen en gaat ook weer rijdend naar buiten toe. Diagnose stellen is eigenlijk nooit een probleem. Elke auto moet een 16 pins stekker hebben. Met universele uitleesapparatuur komen we heel ver. Een sleutel inleren kan gewoon niet. Daarvoor moeten we naar de dealer. Daar maak ik ook geen punt van. Ik heb goede contacten met alle dealers in de buurt. Ik kan bij wijze van spreken overal binnenlopen en sleutel 13 uit de la pakken. Ik heb uitleesgereedschap die een ander niet heeft en samen komen we er wel. Als jij hier morgen met een defecte grasmaaier binnenkomt, weet ik zeker dat die weer lopend de deur uitgaat.”
Personeel
Richard Helder kan dan ook rekenen op een stel ervaren monteurs. “Mijn monteurs zijn allemaal wat ouder, vijftig plus. Toen ik naar de Daltonweg verhuisde wilden ze ook allemaal vier dagen gaan werken. Ik heb de diensten nu zo kunnen inplannen dat dat kan. Ondertussen staan wij nergens van te kijken. Niemand bij ons in het bedrijf is te bang om aan een klus te beginnen. En ik voorzie ook niet dat een tekort aan kennis een probleem gaat worden. Ik geloof ook helemaal niet dat de elektrische auto er komt. Het kan gewoon niet! Als je geluk hebt, kan je er vierhonderd kilometer mee rijden en dan moet je een halfuur aan de laadpaal gaan staan. Bovendien is er niemand die honderdduizend euro uit zijn zak trekt voor een Tesla. Die dingen worden allemaal zakelijk gereden, met dank aan de overheid. Gaat het ooit mis omdat ik niet gespecialiseerd ben? Nee, daar geloof ik niet in. Die verbrandingsmotor blijft nog wel een tijdje. En de auto’s met verbrandingsmotor die nu van de band rollen, gaan nog twintig jaar mee. Over twintig jaar zien we wel. Ik ga geen twintig jaar vooruitkijken. Voorlopig is de werkplaats goed gevuld. Er is ook wel eens een dag dat we om drie uur klaar zijn. Dan maken we de vloer schoon. Als je niet doorlopend keihard hoeft te knallen om de kost te kunnen verdienen kan dat ook gewoon.”
“Ik geloof helemaal niet dat de elektrische auto er komt.”
In het verleden heeft Richard Helder wel BBL’ers in dienst gehad. “Eerlijk gezegd ben ik daar wel een beetje klaar mee. Ik heb er in het verleden twee gehad. Die zijn uiteindelijk allebei weer vertrokken. De eerste heb ik zeven jaar gehad, toen zei hij: ‘Bedankt, ik ga wat anders doen.’ Een tweede is ook zeven jaar gebleven en die is vorig jaar vertrokken. Hij was bijna klaar met zijn opleiding voor eerste monteur, maar is naar de haven gegaan. Daar kon hij meer verdienen. Ik vind dat zo zonde. Ik heb met hen allebei goed contact, hoor. Maar het is toch jammer als je er zoveel energie in hebt gestoken. Ik kan het ze ook niet kwalijk nemen. Het salaris is in het autobedrijf nu eenmaal niet zo hoog.”
Alle horrorverhalen over het personeelstekort in de technische beroepen ten spijt is Helder allesbehalve bang dat hij zonder personeel komt te zitten. “Tegenwoordig moet je tot je zevenenzestigste doorwerken, dus dat duurt nog wel even. En stel dat morgen iedereen zou vertrekken, dan zou ik het bedrijf nog een hele tijd alleen, met mijn vrouw, kunnen draaien. En ik heb twee zoons, die zitten nu al vaak tot hun nekharen in het vet, dus met de opvolging zit het wel goed. En dan ga ik aan de zijlijn staan. Zo kijk ik naar de toekomst.”