Bezien over een tijdspanne van tien jaar is de maandelijkse bijdrage van de occasionverkoop aan de jaartotalen relatief constant. Tot en met maart 2020. De coronadip is – voor wat betreft de occasionverkopen – kort maar heftig. En daarna: business as usual?
Dat 2020 een vreemd occasionjaar was is niet nieuw. De prijzen gingen juist door corona omhoog en ondanks de diepe dip in april sloot het jaar af met bijna 9300 meer registraties van gebruikte auto’s dan het coronaloze jaar ervoor. 2021 ging op dezelfde voet verder, maar dan zonder die dip en noteerde dan ook bijna vijftigduizend registraties meer dan 2020. Dat betekent dat in 2021 een kwart meer gebruikte auto’s werden geregistreerd dan in 2012, toen de teller stokte nipt boven het miljoen.
Zoals met alles zijn er echter wel winnaars en verliezers te onderscheiden op merkniveau. We concentreren ons in onze analyse op de toptien-merken, in alfabetische volgorde: BMW, Citroën, Fiat, Ford, Opel, Peugeot, Renault, Toyota, Volkswagen en Volvo. De maandelijkse B2C-occa-sionverkopen zetten we per merk af in een grafiek, als ware het de hartslagen. De grilligheid herkennen we zeker terug. Twee dingen vallen direct op: allereerst de enorme afstand die Volkswagen neemt ten opzichte van de andere negen merken, een proces dat zich jaar op jaar voltrekt maar pas de afgelopen vijf jaar echt een serieus gat slaat.
Twee helften
Anno 2012 valt de gekozen top tien uiteen in twee helften. Ford, Opel, Peugeot, Renault en Volkswagen vormen de groep die grofweg tussen de zevenduizend en tienduizend occasions op maandbasis registreert. De onderkant van de bandbreedte zakt de erop volgende vijf jaar richting zesduizend, de bovenkant boven de elfduizend. BMW, Citroën, Fiat, Toyota en Volvo bewegen op afstand tussen de drie- en vijfduizend stuks in 2012. Pas vijf jaar later begint Toyota uit te breken om in 2018 de eerste aanval op het plafond van zesduizend te proberen. Die poging wordt in mei 2019 herhaald.
Occasionverkopen Volkswagen steken met kop en schouders uit boven competitie
Anno 2020 is er geen sprake meer van twee gescheiden pelotons. Volkswagen is de hele periode koploper, maar de afstand is de afgelopen vier jaar ongekend gestegen. In juli 2020 piekt het merk boven de vijftienduizend, na de dip in april van negenduizend. Vervolgens blijft het maanden boven de twaalfduizend en komt een jaar later weer terug op niveaus rond de vijftienduizend. Het plafond van de rest komt niet meer boven de tienduizend in die periode.
Merkaandelen
We laten de absolute aantallen even voor wat ze zijn, om de relatieve impact te zien. Van de tien genoemde merken weten er drie maand op maand gestaag te stijgen: BMW, Toyota en Volkswagen. Het relatieve aandeel verschuift daardoor maand op maand, ten koste van de andere zeven. Het maandgemiddelde van Volkswagen is dit jaar bijna twintig procent van de top tien tegen vijftien procent in 2012.
BMW en Toyota stegen in die periode ieder zo’n drie procentpunt naar rond de negen procent. Citroën en Volvo zijn redelijk stabiel. Fiat en Renault zien in het genoemde tijdvak twee procentpunt marktaandeel wegvallen, Ford en Opel meer dan dat. Peugeot en Renault zien slechts een procentpunt verdampen.
