Het was even stil in de zaal toen Erik Tak, voorzitter van de Bovag Autodealers, meldde dat zeventig procent van zijn leden onder water staat. Van de tien bedrijven op de autoboulevard, liggen er zeven aan het infuus van de bank, of vaker: bij de importeur.

Een lokale bankman die ik later sprak, zei dat het voorlopige Bovag-cijfer hem tegenviel. Afgaande op zijn klantenportfolio zou het ‘slechts’ zestig procent zijn. Het is maar wat je een tegenvaller noemt. Zestig procent vind ik ook een zware tegenvaller. Zestig, zeventig of vijftig procent; het is dramatisch voor een ondernemer als de dijken doorbreken. Als de storm aanhoudt, heb je behalve geluk, vooral mensen nodig die je willen helpen.

In een documentaireserie op de BBC worden zwaargewonde patiënten gevolgd tijdens de eerste 24 uur na hun ongeval. Keihard en soms ontroerend is te zien hoe hulpverleners vechten voor het leven van de patiënt. Geen sensatie, zoals in veel Amerikaanse series. Ze volgen realistisch wat nodig is om een hulpeloze patiënt weer toekomst te bieden na eerst zijn vitale functies op orde te hebben gebracht. Dat betekent soms dat er zware beslissingen worden genomen: een ledemaat opofferen bijvoorbeeld. Achteraf blijkt zo’n ingreep van levensbelang.

Veel merkdealers liggen ondertussen al te lang op de intensive care en toch lukt het niet om de cruciale functies op orde te krijgen. De verhouding tussen de inkomsten en de kosten (het volume van het werkaanbod versus de structuur van de organisatie) zijn uit balans. Het werkaanbod heeft twee belangrijke bloedzakken aan de infuuspaal: auto’s en werkplaatsactiviteiten.

Auto’s zijn te verdelen in nieuw en gebruikt. Bij nieuwverkoop is de markt bepalend en de verkoop van gebruikt biedt kans op eigen initiatief. Bij de werkplaatsactiviteiten heeft de merkdealer zelf de kansen in eigen hand maar ontbreekt het vaak aan creativiteit. Hier is inzet van de intensive care nodig, in de vorm van de brancheorganisatie (goed idee: het Bovag Innovatielab), maar ook van de importeur, bank, aandeelhouders en de eigen organisatie. Die laatste moet dan misschien wel accepteren dat er moet worden gesneden, omdat het van vitaal belang is voor het bedrijf.

Importeurs en banken zijn vaak vreemde medewerkers op de intensive care. Importeurs kijken teveel naar de korte termijn, willen auto’s verkopen en standaards hanteren, tegen beter weten in. Banken zoeken naar zekerheden die er niet zijn. Ze lopen andere hulpverleners voor de voeten die proberen vitale functies te stimuleren. Daarna pas kan worden gewerkt aan een nieuwe toekomst. Samenwerken is het codewoord. Misschien een idee voor het Innovatielab: organiseer een avondje BBC voor alle partijen. Ik zorg voor de popcorn!

Deel dit artikel op

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Laatste nieuws
Meest bekeken berichten
Recente Reacties
  • Empress on GreenMobility gaat op in MyWheels: “greenmobility was super je kon de deelauto s overal zetten bij my wheels is dit niet het geval…en bij my…mrt 27, 07:33
  • Theo Martens on Kortsluiting in de EV-transitie: “Geachte heer Veldhuisen, Volgens mij heeft de EU vorige week een lijstje gepubliceerd waaruit bleek dat EV de op één…mrt 21, 14:20
  • Daan Jongejan on Gomes opent occasionvestiging: “Mooie vestiging en heel veel succes met de verkoop van deze occasions.mrt 14, 17:40
  • Remar on Tesla-fabriek Berlijn stilgelegd na brand: “Electrische auto’s (naaimachine onder de auto’s) niets voor mij als echte auto fanaat, om over de modellen maar niet te…mrt 5, 12:38
  • Ronald Verschure on Buiten Kantooruren: Kunstig priegelen: “Hey Gert ik zie dat je ook van brandweer voertuig hebt naar gemaakt zou je voor me zo 1 willen…mrt 1, 23:06