Europa telt grofweg vijftig automerken, Japan en de VS hebben er ieder zo’n veertien. Het huidige China lijkt nog het meest op de Westerse markt zoals die honderd jaar geleden was, met een woud aan fabrikanten die een poging willen wagen. China telt momenteel 140 verschillende merken, zo becijferde marktvorser JATO in een onlangs gepubliceerde analyse. En nee, die overleven niet allemaal.
Het tempo van de vooruitgang in China is opzienbarend, maar het lijkt erop dat de markt iets van een kantelpunt heeft bereikt. Veel OEM’s worstelen om winst te maken te midden van voortdurende prijzenoorlogen. Als gevolg daarvan, gaat de markt een periode van consolidatie tegemoet. Ook zijn er al merken verdwenen zoals Qoros of Borgward.
Opvallend is dat de zogenoemde legacy merken (de gevestigde orde) zich vooral concentreren op het hogere segment, waar de marges beter zijn. De Chinese merken hebben een breder vizier en richten zich op alle marktsegmenten. Jato constateert dat deze zo’n dertig procent sneller reageren op het veranderende speelveld. Dat uit zich in het sneller doorvoeren van technologische innovaties op het gebied van connectiviteit, ADAS en in-car entertainment.
Een analyse als deze kan niet voorbij gaan aan de recente handelsbelemmeringen die China voor de kiezen kreeg/krijgt. Jato constateert een opvallende verschuiving in aandacht naar opkomende markten. Hoewel een direct verband logisch lijkt gaat Jato niet zo ver om dat daadwerkelijk als feit te benoemen.
Vanwege de hevige concurrentie, moeten Chinese OEM’s nu harder dan ooit werken om nieuwe klanten en nieuwe klanten aan te trekken door upgrades van bestaande voertuigen, de introductie van nieuwe functies of de lancering van nieuwe voertuigen.