Ondanks aanhoudende inspanningen van de traditionele autofabrikanten om beter betaalbare elektrische auto’s op de markt te brengen blijft er een significant prijsverschil bestaan tussen batterij-elektrische auto’s (BEV) en auto’s met een verbrandingsmotor (ICE).
Dit concludeert Jato Dynamics in het rapport Closing the gap: The progress towards affordable EVs and the rising competition from China. Daaruit blijkt onder meer dat de meerprijs die consumenten in de eurozone moeten betalen voor een BEV gedaald is van 53 procent in 2018 naar 22 procent in 2024. De gemiddelde prijs van een BEV in de eurozone is met 15 procent gedaald en die van een ICE met 7 procent gestegen.
Contrast
Desondanks is er een schril contrast tussen de situatie in het westen en China. In de eurozone lag de gemiddelde consumentenprijs voor een BEV in 2018 in China 118 procent hoger; in 2024 was dat nog altijd 111 procent. “China is nu al een van de belangrijkste spelers in de automotive markt en dat is niet iets wat snel zal veranderen”, stelt Jato-analist Felipe Munoz. “Uiteindelijk zal een Chinese BEV aantrekkelijker zijn voor consumenten dan een vergelijkbaar model van een Westerse autofabrikant, simpelweg vanwege het enorme prijsverschil.”