Audi heeft ten tijde van nazi-Duitsland tienduizenden dwangarbeiders voor het bedrijf laten werken. Dat blijkt uit een onderzoek dat Audi zelf heeft gefinancierd. Over het donkere verleden van de autobouwer is in Duitsland een boek uitgebracht.
Audi is eigenlijk een fusiebedrijf van NSU en Auto Union, dat toen al de bekende vier ringen in zijn logo droeg. De oprichter van Auto Union, Richard Bruhn, werkte in de oorlogsjaren nauw samen met het nazi-regime.
In totaal werkten 3.700 gevangenen vanuit concentratiekampen aan de auto’s, terwijl nog eens 16.500 anderen gedwongen werden in de fabriek te werken. Een kwart van hen zouden Joden geweest zijn. In het concentratiekamp Leitmeritz maakten nog eens 18.000 dwangarbeiders auto-onderdelen. De omstandigheden waren er zo slecht dat 4.500 arbeiders omkwamen.
Maatregelen
Audi wil nu duidelijkheid scheppen over dat verleden. Moederbedrijf Volkswagen heeft in de jaren negentig al zijn eigen oorlogsverleden laten uitspitten en besliste toen dat ook met al haar dochterbedrijven te doen. Audi liet gisteren weten dat het een hele reeks maatregelen neemt vanwege de verschijning van het boek. Zo wordt een naar Bruhn genaamde pensioenkas van naam veranderd, terwijl een aantal teksten in het Audi-museum in Ingolstadt aangepast worden.
Audi gaat ook praten met de weinige overlevenden uit die tijd. Voorzitter Peter Mosch van het bedrijf zei gisteren dat hij voorheen nooit beseft heeft hoe zwaar Auto Union in dwangarbeid verwikkeld geweest is. Historici reageerden gisteren met de opmerking dat Audi er rijkelijk laat mee komt, maar ‘beter laat dan nooit’.