Bovag meldt dat de Inspectie Leefomgeving en Transport heeft aangekondigd dit najaar controles te gaan houden op de verkoop van voertuigverlichting. De controles zijn een gevolg van een onderzoek waaruit bleek dat er in Nederland xenon- en led-verlichting zonder E-merk voor voertuigen wordt verkocht.
Alle lampen aan de buitenkant van een voertuig moeten over een E-merk beschikken. De fabrikant van de lamp moet aangeven waarvoor de lampen bedoeld zijn en is verantwoordelijk voor het aanvragen van een E-merk. Het produceren van lampen zonder E-merk door fabrikanten is alleen toegestaan als deze lampen zijn bedoeld voor specifieke doeleinden, bijvoorbeeld voor op een racecircuit. Verkopers mogen geen voertuigverlichting zonder E-merk verkopen als deze is bedoeld voor voertuigen op de openbare weg.
Handhaving
Automobilisten zijn verantwoordelijk voor het gebruik van goedgekeurde lampen in hun voertuig en kunnen beboet worden wanneer zij geen goedgekeurde lampen gebruiken. Het ILT gaat tevens controleren en handhaven bij verkopers. Dat kunnen garages zijn, maar mogelijk ook grossiers, kortom: elk verkooppunt waar dergelijke verlichting te koop wordt aangeboden.
E-merk
Het ILT-onderzoek richtte zich op de verkoop van voertuigverlichting en specifiek op autolampen met een halogeenvoet (koplamp) of een bajonetvoet (bijvoorbeeld knipperlicht). Het E-merk moet door de fabrikant worden aangevraagd en wordt in Nederland door de RDW verleend. Om een E-merk te krijgen keurt de RDW de lamp bijvoorbeeld op de lichtintensiteit. Ook voert de RDW tests uit op het gebied van kortsluiting, levensduur en overbelasting. Als de lamp deze tests goed doorstaat volgt een E-merk en is gebruik op de openbare weg toegestaan. Ook draagt het E-merk bij aan eerlijke concurrentie, omdat alle fabrikanten aan dezelfde technische eisen moeten voldoen.