“De schadeherstelsector heeft de afgelopen maanden flinke schade opgelopen, maar de veerkracht en de creativiteit van ondernemers en managers blijken groot”, constateren voorzitter Toine Beljaars en branchemanager Frank Ruygrok van Bovag Schade.
Je ontkomt er niet aan om in gesprek met een brancheorganisatie de gevolgen van de coronacrisis te bespreken, een crisis waarvan de effecten door niemand konden worden voorzien. “We ervaren een soort van wereldwijde reset van hoe om te gaan met onze maatschappij. Daar ontkomen Nederland en vele sectoren natuurlijk niet aan”, constateert Toine Beljaars. “Dingen gaan structureel veranderen. De verregaande digitalisering maakt bijvoorbeeld thuiswerken op brede schaal mogelijk. Dat wordt over het algemeen als positief ervaren, maar hoeft niet per se positief uit te pakken voor het verdienmodel van onze leden. Thuiswerken betekent minder gereden kilometers en dus in potentie minder schades. Het zorgt er echter wel voor dat schadeherstelbedrijven meer open staan voor verandering. Daarbij blijken veerkracht en creativiteit de pijlers onder, om maar eens een buzzwoord te gebruiken, het nieuwe normaal.”
Werkaanbod
Half maart ging Nederland zo’n beetje op slot. Die lockdown was voor de autobranche overigens een stuk milder dan in de landen om ons heen. Hoe heeft de branche die eerste dagen ervaren? Frank Ruygrok: “De afdeling ruitreparatie kreeg direct met een bijna volledige omzetstop te maken. Schadeherstelbedrijven hadden meestal nog een werkvoorraad van een week of drie. Uiteraard waren er uitzonderingen, die eerder door het werk heen waren, maar in het algemeen werd de pijn niet direct gevoeld. Wel zagen ondernemers en schademanagers de werkvoorraad bijna niet toenemen. Dus de alarmfase ging wel direct in. En natuurlijk was de belangrijkste constatering dat het schadeaanbod direct afhankelijk is van het aantal gereden kilometers en de verkeersintensiteit.”
Beljaars: “We zagen al direct grote verschillen in de ervaringen en effecten per regio, maar ook naar type bedrijf, naar klantenmix en bedrijfsgrootte. Er is daarom niet echt een gemiddelde te benoemen. Over de hele branche zagen we wel een generieke min in het werkaanbod van 14 à 15 procent. Nu de coronamaatregelen in het land zijn versoepeld, zien we het werkaanbod iets toenemen, maar minder dan in vergelijking met voorheen. We zitten daarbij wel in een spagaat overigens, want je wenst niemand schade toe, maar nogmaals: het is wel de pijler onder het verdienmodel van onze leden.”
Ondersteuning
Wat heeft Bovag Schade in de eerste weken voor de leden kunnen betekenen? Ruygrok: “Niet alleen voor de afdeling schade, maar Bovag-breed werd direct een corona task force opgezet. De corona-monitor werd geïntroduceerd, die we via ons Bovag-platform faciliteerden. Dat gaf inzicht in wat er gebeurde en hoe collega-ondernemers op de situatie reageerden. Dat hielp de individuele ondernemer een eigen visie en actieplan te ontwikkelen. Daarbij werden de schadebedrijven door ons team maximaal ondersteund. Onze bereikbaarheid werd vergroot. Adviseurs en medewerkers bleven tot in de avond bereikbaar voor overleg, sparren of een luisterend oor.”
“Dat heeft de relatie met de leden overigens goed gedaan”, vult Beljaars aan. “Uit onze monitor blijkt dat Bovag Schade door schadeherstellers, na de eigen accountant, het meest genoemd werd als ondersteunende partij.”
Toekomstvisie
Bovag kan de markt niet veranderen. De daling van de verkeersintensiteit is structureel van invloed op de markt voor schadeherstel. Dat roept de vraag op of de visie op de toekomst van schadeherstel is bijgesteld. Ruygrok: “De toekomstvisie die we in 2018 samen met het adviesbureau Roland Berger over de toekomst van het werkaanbod hebben neergelegd is nog steeds actueel. Wellicht dat deze in de tijd iets opschuift, maar er komen ook zaken in een stroomversnelling. Het Roland Berger-rapport zal mede daarom nog dit jaar een update krijgen. De invloed van de uitbraak van het Covid-19-virus heeft bepaalde parameters toch wel verduidelijkt, zoals het effect van minder kilometers. Dat was in eerste instantie een meer theoretische aanname en nu zie je het effect in de praktijk. Ook de regionale verschillen en de afhankelijkheid van bepaalde segmenten ten aanzien van het werkaanbod zijn door corona inzichtelijker geworden.”
Beljaars vult aan: “De branche ervaart nu toch een structurele daling van het werkaanbod. Door de effecten van de crisis en de, hopelijk milde, recessie die erop volgt, ontkomen we als branche niet aan een bepaalde mate van sanering. Dat is geen leuke, maar wel een realistische boodschap. Bovendien kun je je daar toch, ook met de kennis van de afgelopen drie maanden, deels op voorbereiden.”
Toch is er onzekerheid over de toekomst, met name met betrekking tot het werkaanbod, aangestuurd door het volume aan gereden kilometers. Beljaars: “Voor een deel zullen we moeten afwachten op wat er nog op ons afkomt als gevolg van de crisis. Hoe groot is de veerkracht van onze schadeherstellers bijvoorbeeld? Daarvan denk ik overigens dat die in onze sector best groot is. Hoe ontwikkelen zich in de diverse segmenten het aantal gereden kilometers en het wagenpark? Het sommetje is redelijk simpel: het aantal voertuigen in het wagenpark keer het aantal gereden kilometers en dat gedeeld door de schadefrequentie. Maar gaan we van gemiddeld 14.000 kilometer per jaar naar 8000 kilometer of naar 12.000? Alleen die voorspelling al is in deze tijd eigenlijk niet te maken. Dat er geen plus uitkomt, is wel zeker.”
Ruygrok: “Het is nu zaak data te verzamelen over het gedrag van de particuliere en de zakelijke autorijder, al dan niet gestimuleerd door werkgevers die het thuiswerken omarmen. Die data zullen mede de basis vormen voor de update van het Roland Berger-rapport. Dat geeft onze leden en Bovag weer handvatten om aan een gezondere toekomst voor de branche te werken.”
In welk opzicht kan Bovag hierin nog voor een positieve stimulans zorgen? “We zitten in een vacuüm tussen de hoop op een snel beschikbaar vaccin en de vrees voor een tweede uitbraak van het coronavirus”, constateert Beljaars. “Dat beïnvloedt ook de manier waarop de consument naar de eigen situatie kijkt. De verwachting is dat er meer gespaard zal worden in plaats uitgegeven. Het helpt daarbij ook niet dat adviesorganen, economen en politici voor de komende kwartalen al uitgaan van een recessie. Veel particulieren en ook ondernemers zullen daardoor uitgaven, c.q. investeringen opschorten en kiezen voor het opbouwen van buffers.”
Ruygrok: “Dat zet uiteraard een rem op de noodzakelijke economische groei. Daar zullen we zeker de tweede helft van het jaar mee om moeten zien te gaan.”
Ondernemersvertrouwen
Uit de Bovag coronamonitor bleek dat schadeherstellers ondanks de crisis het vertrouwen in de eigen onderneming grotendeels behielden. Hoe is dat te verklaren? Ruygrok: “Veel schadeherstellers hebben door de druk op de personeelsmarkt de afgelopen jaren leren werken met een flexibele schil van personeel. Veel bedrijven zetten medewerkers alleen voor specifieke klussen of bij een verhoogd werkaanbod in. Veel schadeherstellers hebben het werkaanbod dat er nog was nu vooral door de eigen medewerkers laten verwerken, waardoor de kosten konden worden beperkt.”
Beljaars: “Er kwam ook een versnelde creativiteit op gang. Er werd werk buiten de schadesector gezocht. Ik denk overigens dat we na de crisis die creatieve aanpak vast moeten zien te houden. Als het schadeaanbod structureel een min blijft vertonen, dan is ander werk natuurlijk welkom. Kortom: een verbreding van de basis onder je verdienmodel kan een toekomstzekere ontwikkeling zijn.”
Samenwerking
Is de coronacrisis nog van invloed geweest op de competitie tussen de brancheverenigingen Bovag Schade en Focwa? Beljaars: “Zeker in de beginfase van onze schadeafdeling werd die competitie, zeker ook door de buitenwacht, behoorlijk uitvergroot. Er was en is echter ook samenwerking ontstaan, met name ten aanzien van kennisontwikkeling, normering en certificering. Vóór de crisis werd er hard gewerkt aan een nieuwe normering voor complex schadeherstel. Dat kwam tot stilstand, maar zal nu weer worden opgepakt. Hierin wordt intensief samengewerkt met Focwa. De coronacrisis heeft die samenwerking alleen maar versterkt. Ook zijn we de afgelopen maanden samen opgetrokken richting de leasemaatschappijen die een rem hadden gezet op het herstellen van schades. En het vertalen van de RIVM-richtlijnen naar bedrijfsprocessen werd samen opgepakt.”
Hoe hebben jullie de inzet van de overheid trouwens ervaren? Beljaars: “Er is een brede herwaardering voor andere beroepen ontstaan, zoals de zorg, de logistiek en zeker de publieke sector, met name het functioneren van de overheid, want laat duidelijk zijn: zonder de steun van de Nederlandse politiek zou een groot deel van ondernemend Nederland deze pandemie niet overleven.”
Ruygrok: “Wat ik tenslotte nog kwijt wil, is dat de input die we via de coronamonitor van onze leden terugkregen op onze vertaling van de overheidsmaatregelen, mede door het grote Haagse netwerk van onze nieuwe voorzitter Han ten Broeke, snel en effectief kon worden teruggekoppeld richting Den Haag.”