Occasionjaar 2020 is voor velen in de markt een prima jaar geworden. Behalve de driehoeksverhouding tussen prijs, vraag en aanbod is ook de samenstelling van dat aanbod bepalend. Een blik op de bedrijfsvoorraden waarmee we het nieuwe jaar ingaan.
| Voorraden naar merk | |
|---|---|
| Volkswagen | 43.129 |
| Peugeot | 31.166 |
| Opel | 30.453 |
| Renault | 28.866 |
| Ford | 25.142 |
| Toyota | 20.193 |
| Mercede | 18.265 |
| BMW | 17.776 |
| Volvo | 16.424 |
| Citroën | 16.061 |
Op modelniveau vechten twee 2020-modellen om de koppositie op bouwjaarniveau: Volkswagens ID.3 en Hyundai’s Kona. Opvallend, want de rest van de top tien bestaat volledig uit 2015-auto’s. Nu kennen we de aanleiding daarachter: voorregistraties om klanten ook dit jaar nog te kunnen laten profiteren van de lagere zakelijke bijtelling. Dat woord, bijtelling, verklaart ook de nummer drie op de lijst: de Peugeot 308. Dat model viel toen als een van de weinige nog in de categorie met veertien procent, genoeg om voor momentum te zorgen in de verkoopstatistieken. Nummer vier is de Volkswagen Golf dat met de GTE toen ook in een gunstig tarief viel.
Duizendplussers
Met die Golf zijn we inmiddels nipt onder de tweeduizend exemplaren gezakt, terwijl de top drie rond de 2500 stuks beweegt. Voor de nummer vijf zakken we in aantallen direct weer een eind verder. Het viertal wordt namelijk gevolgd door nog zo’n bijtellingssucces: de hybride Outlander van Mitsubishi. Die en de erop volgende Passat en V40 zitten rond de dertienhonderd stuks. Auris, Clio en A3 maken de top tien compleet, steeds dichter bij maar nog altijd boven de duizendgrens.
2002 tussen 2015
De eerste die een afwijkend bouwjaar vertoont betreft Peugeots 206, uit 2002. Van dat oude succesnummer staan er grofweg net zo veel exemplaren in de voorraadlijsten als van de Mercedes C-klasse en de Volvo V60 uit 2015, dik 800 stuks. Tegen een andere boekwaarde uiteraard… Nu is bouwjaar 2002 nog altijd goed voor zo’n dertienduizend exemplaren en tot aan 2010 zitten we daar maximaal tweeduizend stuks per jaar boven of wat eronder. Die bandbreedte wordt voor 2011 even opgerekt, maar zakt vervolgens weer naar beneden. Het eerstvolgende jaar dat deze bandbreedte doorbreekt is 2015 en dan ook meteen met een ruime verdubbeling. Het is het piekjaar van alle voorraadexemplaren, de bouwjaren die volgen zitten weer minimaal zevenduizend stuks lager.
In de top tien stikt het van de modellen die hun populariteit grotendeels aan
fiscale stimuli dank(t)en
Merkniveau
Vegen we de bouwjaren bijeen op merkniveau dan zien we dat, heel voorspelbaar, Volkswagen als marktleider zorgt voor de grootste berg. Elf procent van de voorraden betreft een VW. Peugeot en Opel, inmiddels zustermerken, maken samen de topdrie compleet. Daarmee is dik een kwart van de voorraden vergeven. Met Renault en Ford, de nummers vier en vijf, erbij zitten we al op veertig procent. De top tien is goed voor tweederde, de top twintig goed voor negentig procent. Hekkensluiters van de bovenste twintig zijn respectievelijk Mazda en Mitsubishi, die niet al te ver onder de zesduizend-grens uitkomen.
