Een consument kocht bij een autobedrijf een Mercedes. Vier dagen na het ondertekenen van de offerte liet de klant via WhatsApp aan het autobedrijf weten dat hij de Mercedes niet langer wenste af te nemen. Het autobedrijf wilde de kwestie met de klant bespreken, maar hier ging de klant niet op in.
Vervolgens heeft het autobedrijf aanspraak gemaakt op een annuleringsvergoeding van 15% van de koopsom, zoals dit is opgenomen in artikel 8 van de algemene voorwaarden van BOVAG. De koopsom van de Mercedes bedroeg € 102.500,00, waardoor het autobedrijf een annuleringsvergoeding van € 15.375,00 van de klant eiste. De klant weigerde de annuleringsvergoeding te betalen, waarop het autobedrijf naar de rechter is gestapt.1
Omdat de klant een consument is, oordeelt de rechter dat sprake is van een consumentenkoop. Dat betekent dat de rechter uit zichzelf moet beoordelen of artikel 8 van de algemene voorwaarden in strijd is met een Europese richtlijn die consumenten beschermt tegen oneerlijke bepalingen in overeenkomsten met een ondernemer.
De wet bepaalt dat als een consument een overeenkomst beëindigt, de consument gevraagd mag worden om een annuleringsvergoeding. Dan moet het wel gaan om een redelijke vergoeding van geleden verlies of gederfde winst van de ondernemer. De ondernemer, in dit geval het autobedrijf, moet aantonen dat het om een dergelijke vergoeding gaat. In dit geval heeft het autobedrijf gesteld dat de Mercedes voor een lagere koopsom opnieuw te koop is aangeboden, dat de rentelasten langer hebben doorgelopen en dat sprake is van afschrijving en beperkte ruimte in de showroom.
Volgens de rechter evenaren deze posten bij elkaar opgeteld bij lange na niet het gevorderde schadebedrag van 15% van de koopsom. Van een redelijke vergoeding voor de door het autobedrijf geleden schade is daarom geen sprake. Om die reden komt de rechter tot het oordeel dat artikel 8 van de algemene voorwaarden in dit geval een oneerlijk beding is. Het autobedrijf voert nog aan dat het beding in de algemene voorwaarden is opgesteld in samenwerking met de branchevereniging BOVAG. Volgens de rechter maakt dat niet dat het beding daardoor in dit geval wel eerlijk is.
Een en ander betekent dat het autobedrijf geen beroep kan doen op artikel 8 van de algemene voorwaarden van BOVAG en dus geen annuleringsvergoeding bij de klant in rekening mag brengen. Omdat de rechter het beding in de algemene voorwaarden heeft vernietigd, kan het autobedrijf ook geen aanspraak maken op een wettelijke schadevergoeding. De reden hiervoor is dat onredelijke bedingen niet in consumentenovereenkomsten mogen voorkomen. De ondernemer wordt als het ware gestraft voor het gebruiken van een onredelijk beding.
Algemene voorwaarden moeten niet alleen op de juiste wijze aan de klant worden verstrekt, maar het is ook belangrijk dat de inhoud juridisch houdbaar is. Als hoofdregel geldt dat de algemene voorwaarden vóór of bij het sluiten van de overeenkomst aan de klant aangeboden moeten worden. Bij voorkeur wordt in de offerte verwezen naar de algemene voorwaarden die bij de offerte zijn gevoegd of die op de achterkant van de offerte zijn afgedrukt.
Als de algemene voorwaarden niet of niet op de juiste manier aan de klant zijn aangeboden of wanneer de inhoud van (een beding in) de algemene voorwaarden onredelijk is, kan dat tot gevolg hebben dat de ondernemer geen beroep kan doen op de algemene voorwaarden. Wie het annuleringsbeding van 15% standaard toepast, loopt het risico dat een rechter het beding vernietigt omdat het bedrag onredelijk hoog wordt. In dit geval had het autobedrijf beter de daadwerkelijke schade kunnen vorderen die waarschijnlijk lager is dan 15% van de koopsom. Bekijk kritisch uw algemene voorwaarden en een specifiek beding, voordat u er een beroep op doet.
Hebt u ook een juridisch gerelateerde vraag voor een column? Laat het de redactie van Aftersales Magazine weten!