Staatssecretaris Snel van Financiën kondigt aan dit najaar te komen met maatregelen om de bpm-fraude bij de import van gebruikte voertuigen aan te pakken.
De staatssecretaris maakt dat bekend in de beantwoording van schriftelijke vragen van de Kamerleden Lodders en Dijkstra (beiden VVD) van 17 juli 2019.
Omvang
In de eerste helft van 2019 werden circa 140.800 voertuigen ingevoerd. Het ging daarbij om 10.000 motoren, 14.700 bestelauto’s en 116.100 personenauto’s. Dat is iets meer dan de 136.700 voertuigen in dezelfde periode in 2018, waarvan 8.400 motoren, 14.100 bestelauto’s en 114.200 personenauto’s.
Controle
Het Domein Roerende Zaken controleert per halfjaar ongeveer duizend voertuigen voor de Belastingdienst. Daaruit blijkt dat in veel gevallen de schade van het personenvoertuig uitvergroot is. Hierdoor is een te lage waarde ehanteerd bij het doen van aangifte.
Naheffing
Op de vraag in hoeveel gevallen de Belastingdienst een naheffing heeft opgelegd, kan de staatssecretaris geen antwoord geven. “Er wordt gewerkt aan het inzichtelijk maken van adequate managementinformatie rondom dit proces”, aldus de staatssecretaris in de beantwoording.
0 reacties
Alvorens voor een importauto BPM aangifte kan worden gedaan is een RDW keuring nodig en daarbij wordt exact vastgesteld wat de specificatie van de auto is en wat de evt. tekortkomingen zijn. Dat zou m.i. al voldoende waarborg moeten zijn voor juiste BPM heffing, maar omdat de BPM wetgeving indertijd ondeugdelijk is ingericht moest het (oorspronkelijk) vaste patroon van BPM vaststelling uitgebreid worden met een keuze menu, ja en dan weet je het wel, dan kiest die belastingbetaler voor de voordeligste vaststelling en dan is een “beschadigde auto” ineens interessant. Wanneer misbruik van de mogelijkheden zich voordoet dan kan dat het gevolg zijn van slecht inzicht van de keurmeester en/of van een niet solide taxatie. Een echte taxateur zal zijn reputatie en registratie van beëdiging beslist niet in de waagschaal stellen door een onheus lage waardering. Alle kansen van een onjuiste gang van zaken zijn eenvoudig op te lossen door schadeauto’s pas te keuren na herstel en een duidelijke en eerlijke belastingheffing vast te stellen, daarover mogen tweede kamerleden zich drukmaken.