Het aantal factureerbare uren van monteurs was nog nooit zo laag als in de eerste drie kwartalen van 2019.
Dat is een opvallende constatering bij de publicatie van de recente Bovag Branchebarometer. Daaruit blijkt bovendien dat het rendement van de gemiddelde Nederlandse dealervestiging inmiddels is gedaald tot 0,36 procent. Dat is het laagste niveau sinds 2014. In de eerste drie kwartalen van 2018 was de nettowinst nog 0,75 procent.
Aftersales
De omzet in de werkplaatsen van dealers steeg met 5 procent. Bovag wijt dit grotendeels aan prijsstijgingen. Daarnaast nam het aantal voltijdmonteurs per gemiddelde dealervestiging met 5 procent toe. Ondertussen bereikt het verwachte aantal factureerbare uren over heel 2019 met 1220 een absoluut dieptepunt. Gevraagd naar een verklaring hiervoor noemt woordvoerder Tom Huyskens twee redenen: “Het heeft allereerst met efficiency te maken. Meer monteurs in de werkplaats betekent bijvoorbeeld dat bij die ene brug niet altijd alle gereedschappen aanwezig zijn. Ook wordt communicatie belangrijker als je met meer mensen bent. Er is nog te weinig aandacht voor om die processen op orde te brengen. Ten tweede vergrijst de branche en treden er veel oudere werknemers uit. Daarmee gaat ervaring verloren. Nieuwe, jonge monteurs doen vaak langer over een klus, maar ze zijn wel gebonden aan de vaste tarieven die voor bepaalde werkzaamheden gelden.”
De absorptieratio, de mate waarin aftersales de totale bedrijfskosten dekken, daalde van 74,6 naar 73,7 procent, het laagste niveau sinds 2015. Voorzitter van Bovag Autodealers Bert de Kroon ziet wel mogelijkheden tot verbetering: “De eerste inzichten van de pilot met coaching bij twintig autodealers door Bovag Autodealers, Innovam en OOMT leren dat er snel stappen te zetten zijn. Het zit veelal in zaken die snel en eenvoudig te veranderen zijn, zoals betere communicatie binnen het team, duidelijkheid over verantwoordelijkheden, kennis van systemen en het meten van resultaten.”
Occasions
In de eerste drie kwartalen van 2019 werden per dealerbedrijf gemiddeld 257 occasions verkocht. Dat is ruim 3 procent minder dan een jaar eerder. De gemiddelde verkoopprijs steeg bijna 6,5 procent en er is nog meer mogelijk, denkt Bert de Kroon: “Met meer focus op oudere bouwjaren en lagere prijsklassen was een volumedaling niet nodig geweest. De handel tussen particulieren onderling daalde in de eerste drie kwartalen van 2019 met bijna 11 procent. Daarvan trok het onafhankelijke kanaal een groot deel naar zich toe, terwijl dealers een daling in de occasionverkopen noteerden. Daar liggen nog genoeg kansen.”
De voorraad gebruikte auto’s bij dealers nam gemiddeld met bijna 9 procent toe, de waarde daarvan met maar liefst 30 procent. De dealeroccasions zijn duurder geworden en blijven langer staan, met een gemiddelde waarde van 14.900 euro en een omloopsnelheid die daalde van 5,0 naar 4,5. Het aantal verkopers per vestiging steeg met ruim 5 procent, maar de verkoopaantallen per verkoper daalden met 9 procent.
Nieuwverkopen
De afname van het aantal verkochte nieuwe auto’s per dealervestiging met 15 tot een gemiddelde van 234 is voornamelijk een gevolg van de hogere bpm door de invoering van de nieuwe emissietest WLTP per 1 september. Het aanbod sloot daarna niet goed aan op de vraag. Bert de Kroon benadrukt dat dealers momenteel van alle kanten onder druk staan: “De relatief onzuinige auto’s worden nu door fabrikanten en importeurs opgeruimd, zodat deze niet meetellen in de strengere Europese CO2-doelen van 2020. De dealers moeten maar zien hoe ze die kwijtraken. Daarnaast moeten veel elektrische auto’s nog voor de jaarwisseling op kenteken, waarbij Tesla de kroon spant. Maar daar komt geen dealer aan te pas en die aantallen moeten wij in de verkoopstatistieken dus eigenlijk buiten beschouwing laten. Voor 2020 is de échte markt voor dealers tienduizenden stuks lager dan de importeurs cumulatief prognosticeren. En als jouw merk geen gangbare EV’s heeft, dan wordt het een lastig verhaal.”