Zowel het aantal merkcontractanten als het aantal bijbehorende vestigingen neemt nog wat af, maar het grote saneren lijkt nu echt achter de rug. Paar uitzonderingen daargelaten. Dit en veel meer blijkt uit de jaarlijkse inventarisatie van Aumacon.

De auto-importeurs hebben dit jaar het aantal contractpartners tamelijk ongemoeid gelaten. Alleen bij Fiat, Honda, Nissan en Suzuki ging de kaasschaaf er nog eens stevig over, maar verder kun je gerust spreken van een stabiele partnersituatie. Op dit moment zijn er welgeteld 830 dealercontracten in omloop. Het afgelopen jaar kan het best bestempeld worden als ‘finetuningsjaar’; hier en daar nog een overname en dat was het dan wel. Let wel: in 2005 ging het nog om bijna 1500 verschillende contracten. Dan is er dus wel wat gebeurd. Zelfs bij pappa/mamma-merken als Suzuki en Mitsubishi is men er inmiddels van doordrongen geraakt dat een compacter eigenarennetwerk toch wel wat efficiënter is.

Op dit moment zijn er welgeteld 830 dealercontracten in omloop. Let wel: in 2005 ging het nog om bijna 1500 verschillende contracten.

In het algemeen valt op dat Aziatische merken doorgaans meer contractpartners hebben dan de importeurs van de Europese merken. De Duitse premiummerken doen het zelfs met hooguit 15 dealerpartners. Maar ook de grootste volumemerken als Volkswagen (25 partners) en Opel (29) hebben tegenwoordig een zeer overzichtelijk netwerk. De Franse merken blijven daar – met uitzondering van Renault (17 partners) – wat op achter. In 2015 kende Citroën nog 54 partners, bij Peugeot ging het toen nog om 47 partners. Beide merken staan nu op 34 partners. Nog steeds bovengemiddeld voor volumemerken, maar ze hebben wel degelijk grote stappen gemaakt. 

Hoe komen we van het pand af?

Het aantal salesoutlets van de contractpartners daalde afgelopen jaar met 88 stuks (van 1819 naar 1731 outlets; een andermaal tegenvallende vermindering als je dat afzet tegenover de talrijke adviezen om vooral toch vestigingen te sluiten. Bovag pleitte in dit verband al eens voor een halvering. Aangenomen mag worden dat veel autodealers ook best minder outlets zouden willen, maar de vastgoedmarkt en langlopende huurverplichtingen laten dat niet altijd toe. Vooral kleinere dealers zijn vaak ook eigenaar van hun pand(en). Leegstand is veelal nóg minder aantrekkelijk dan een matig rendement, dus blijven nogal wat vestigingen feitelijk tegen de zin in tóch nog in bedrijf. Tegelijk met het matige afbouwtempo van het aantal showrooms verloopt de gestage uitsterving van het fenomeen subdealer. Nog maar zeven merken kennen deze driepartijen contractvorm. Met name Citroën, Opel en Renault kunnen er maar moeilijk afscheid van nemen. Het uitsterven is echter nog maar een kwestie van korte tijd. In 2015 waren er nog 173 subdealers operationeel, nu zijn er nog 57 in bedrijf. Een aantal van hen kiest onderwijl voor het erkend reparateurschap. Afgelopen jaar is dat aantal namelijk wat toegenomen naar 472 bedrijven tegenover 435 een jaar voordien.

Afgelopen jaar is het aantal merkerkende reparateurs wat?toegenomen naar 472?bedrijven tegenover 435 een jaar voordien.

3000 Tesla’s per winkel

Relevant is natuurlijk de verhouding ‘nieuwverkoop per outlet’. Hoe hoger hoe beter. Iedere dealer streeft hierbij naar de optimale output. Een hoge totaalmarkt is daarvoor een belangrijk ingrediënt. In 2011 werd in Nederland voor het eerst een verkoopgemiddelde per salesoutlet genoteerd van meer dan 200 nieuwe personenauto’s. De totaalmarkt van dat jaar (ruim 555.000 stuks) hielp daarbij lekker mee. Ook in de daaropvolgende jaren werd de 200-stuksgrens meestal overschreden. Vorig jaar werden nog 239 personenauto’s per merkshowroom genoteerd. Dit jaar zakt deze belangrijke parameter iets terug naar 236 stuks. Voor een écht gezond rendement is het echter aan de magere kant. Kijk eens naar Fiat dat niet verder komt dan gemiddeld 68 autootjes per vestiging. En dat ondanks de forse sanering in het aantal vestigingen. Nee, dan hebben de Pon-merken en de Duitse premiummerken het aanzienlijk beter voor elkaar. Volkswagen noteert daarbij het hoogste aantal: 575 nieuwe auto’s per outlet. Maar er is altijd baas-boven-baas. En hoe! Tesla doet met 8 vestigingen (en heel veel hulp van leasemaatschappijen en het internet) liefst ruim drieduizend afleveringen per outlet. Ongekend, maar dus niet onmogelijk. Een heel bijzondere prestatie, dat zeker.