De kernactiviteiten van autofabrikanten zullen het komende decennium ingrijpend veranderen. Nieuwe mobiliteitsconcepten en groeiende concurrentie vormen een gevaar voor de huidige marktaandelen en winsten. Dat toekomstbeeld schetst onderzoeksbureau Deloitte in vier mogelijke scenario’s.

Het is volgens Deloitte aannemelijk dat alternatieve aandrijfsystemen flink aan marktterrein zullen winnen. De assemblage van elektrische voertuigen bijvoorbeeld kan volstaan met minder menselijke arbeid dan in de huidige autofabrieken. Toch kunnen OEM’s, afhankelijk van de strategische koers die ze uitzetten, terrein behouden, verwacht Deloitte. De scenario’s die Deloitte onderscheidt:

• Samen met andere OEM’s te lobbyen om potentiële nieuwe high-techpartijen te dwarsbomen. Nadeel: innovatie wordt vertraagd en/of onvoldragen c.q. onveilig toegepast in auto’s.
• Grootschalig te investeren in nieuwe businessmodellen en op die manier technologieleider te worden. Innovatieve buitenstaanders moeten zich voegen naar de regels van de OEM’s, niet andersom.
• Te focussen op meer efficiency, het bedienen van nichemarkten en proberen op die manier te overleven;
• Hoogwaardige (infotainment) voertuigplatforms te bouwen, die grote internetbedrijven vervolgens onder eigen naam in de markt zetten (white label). Gevolg: winstmarge per voertuig daalt.

Reactie van The Plan B Company Aftersales Magazine legde de scenario’s voor aan Kenneth van Dam, DGA van The Plan B Company. Dit Nederlandse bedrijf ondersteunt internationale autofabrikanten bij hun zoektocht naar nieuwe businessmodellen, zoals de connected car. Wat vindt hij van de opties die Deloitte presenteert? Gaan we de klant niet vergeten? “Allereerst valt ons op dat Deloitte er bij alle scenario’s vanuit gaat dat de autofabrikant het voor het kiezen heeft. Men gaat volledig voorbij aan een heel belangrijke factor: de klant! Staat die centraal in deze scenario’s? Duwt hij de fabrikant wellicht in een bepaalde richting? Hoe realistisch is het om te denken dat de fabrikant de verandering kan in- en doorzetten die bij de strategie past? Grote organisaties zijn niet altijd even wendbaar. ‘Culture eats stragegy for breakfeast’, luidt in dat verband een bekende spreuk. Onder druk van efficiëntie, productieplanning, businessplannen en budget is het moeilijk om de rug recht te houden en trouw te blijven aan de strategie. Een enorme factor daarin is de interne cultuur: ‘hoe doen we de dingen hier?’ Maar ook: ‘hoe kom je als manager hogerop?’ Lijkt onbenullig, maar uit ervaring weten we dat onder druk van persoonlijke belangen de meest briljante plannen uiteen kunnen spatten in de boardroom. Terug naar de (eind)klant. Wie is hij, wat wil hij als het gaat om mobiliteit? Een wekelijks gewassen en afgetankte private lease auto? Gewoon een app om zowel fiets, trein en deelauto als vervoer te gebruiken? Iets er tussenin? De enige manier om dat te weten te komen is: doen! Starten met kleinschalige pilotprogramma, met als mantra ‘Do a little, learn a lot’. De industrie kent  een grote verscheidenheid aan spelers. Enerzijds de fabrikanten die vertrouwen op hun enorme product- en marktkennis (de Duitse premiums); anderzijds merken die bereid zijn om te testen, onbevreesd om gecalculeerde fouten te maken. Van het maken van een ‘ander’ product (Opel Ampera, Toyota Prius, Peugeot 1007, Renault Zoe en Twizy) tot en met de marketing ervan. Wij denken dat op de middellange termijn enorm veel mengvormen van Deloitte’s scenario’s zullen ontstaan. Omdat we als consument nog meer te kiezen krijgen, gezien de enorme variantie in gebruik- en bezitsvormen, samen met cultuur en al bestaande klanten. Succesvolle autofabrikanten zullen op alle vlakken die Deloitte schetst een aanbod moeten hebben. Belangrijke vragen voor het netwerk van deze merken: hoe zorg je dat je rol in deze nieuwe wereld gewaarborgd blijft? Hoe blijf je als lokale speler relevant in een steeds sneller veranderende omgeving? Wel, zorg  dat je weet wat de klant wilt. Hoe? Ga proberen, vragen, testen; kortom ga doen!”