Om je vingers bij af te likken. Zo’n werkplaats vormt het hart van Autovakmeester Dingerink in Zwolle. Jaloersmakend voor de één, wellicht wat veel van het goede als je een ander vraagt. Personeel én klandizie voelen er zich inmiddels thuis.

Dit jaar komt het er niet van, want er is geen verkiezing, maar zodra die er wel is staat ondernemer Gert Dingerink alvast te trappelen: “Ik zou dolgraag meestrijden om de titel Autobedrijf van het Jaar.” Het gaat echter te ver om de grootschalige verbouwing van het bestaande pand alleen daaraan op te hangen. De motivatie gaat veel verder. We gaan terug naar de nazomer van vorig jaar. Corona is in de ogen van de massa nog slechts een biermerk en Dingerink loopt tegen capaciteitsgrenzen aan in zijn bedrijf. “De auto’s stonden regelmatig achter de remmentestbank in file opgesteld”, schetst hij het beeld. Ook het verzetten van auto’s omdat deze in de weg stonden, gebeurde vaker dan hem lief was. 

Ten slotte speelde ook de uitstraling een niet onbelangrijke rol. “Het bedrijf bestaat al 52 jaar waarvan een halve eeuw op deze geweldige locatie. Ik heb het in 2008 overgenomen van mijn ouders. Sindsdien is er zoveel gebeurd in de markt. Het pand en de werkplaats pasten in mijn ogen niet meer bij deze tijd. Ook bekenden maakten er weleens voorzichtig opmerkingen over.” 

Vertrouwen

Dingerink zag het zelf ook wel, van bedrijfsblindheid geen sprake hier. “Ik ben nu 42 en ik spreek ook wel collega-ondernemers die niet eens zo veel schelen in leeftijd maar er gewoon geen zin meer in hebben. Die de vele discussies met klanten zat zijn en het liefste zouden stoppen omdat ze ook wel door hebben dat zo’n sfeer naar beide kanten toe niet aantrekkelijk werkt. Ik herken dat totaal niet. De verjonging van het pand doe ik omdat ik geloof in de komende tien, vijftien jaar en daar klaar voor wil zijn. Nu het vrijwel af is, merk ik dat zowel de jongens in de werkplaats als de klanten er erg positief op reageren.”

Een klein stemmetje in het achterhoofd maakte de ondernemer op momenten tijdens de bouwfase wel onzeker over de mogelijke reactie van klanten. “Dat ze zouden vragen: ‘Moeten wij dat betalen?’”, klinkt het lachend. “Ik heb al jaren een uurtarief van nog geen zestig euro excl. btw en dat is niet veranderd. De reactie op facturen nu en toen is niet veranderd. Sowieso doen we eigenlijk niets zonder overleg met de klant en we hebben gelukkig vooral klanten die vinden dat gedaan moet worden wat nodig is.”

WESP

Dingerink is één van de eerste deelnemers bij WESP en heeft al heel wat sessies met Bas Wintjes achter de rug. “Wat WESP je brengt is voor een belangrijk stuk afhankelijk van jezelf. Je hoeft niets te doen met de data maar als je het slim aanpakt dan kan het je heel veel brengen.” De nuance volgt snel. “Volgens de statistieken zou je misschien meer en vaker moeten vervangen of bijvullen, maar daar wil ik niet aan. Als het technisch niet hoeft dan mag het, in overleg met de klant, best langer meegaan.” Bij het onderhoud wordt standaard voorzien in een brandstofreiniger van Tunap. “Zeker met lage jaarkilometrages voorkom je er als automobilist veel ellende en kosten mee, zo is onze ervaring.” Voor de olieleveranties komt een minder vaak gehoorde naam om de hoek kijken: Kendall. “Nooit problemen mee en al jaren wederzijds loyaal”, zegt Dingerink, daarmee ook doelend op het tractorpullingteam waar hij al jaren actief mee is. “Op de haspels bij de werkplekken hebben we 5W30 en 5W40, andere soorten hebben we uiteraard beschikbaar via de centrale tap.”

Jaarlijks worden er zo’n drieduizend apk’s uitgevoerd; veel voor een autobedrijf met tien technici. “Ik hoorde te vaak van klanten die een kapotte accu hadden, een paar weken of maanden na een apk. Dan kreeg ik toch de vraag: ‘kon je dat niet zien, toentertijd?’ Nu staat een accutest standaard op het programma. Verkoop ik er meer accu’s door? Ja, natuurlijk. Maar klanten hoeven niet meer ongepland terug te komen. Het merendeel van de klanten kiest ook voor preventief vervangen zodra we ze de keuze voorleggen.”

Eerste auto

Het past ook wel bij het type klanten dat Dingerink bedient. Het zijn veelal particulieren en bovendien uit de regio. “We zijn ook deelnemer van Leaseprof maar ik zie weinig zakelijke auto’s. Daar willen we toch meer op inzetten en dus gaan we daar gericht marketing op loslaten. Laat dat gezin waarvan we de tweede auto al mogen onderhouden ook maar met de eerste auto komen.” De mengvorm tussen beide markten, private lease, speelt al helemaal geen rol van betekenis binnen de muren van Autovakmeester Dingerink. “Net zo min als verkoop van occasions, we richten ons puur op onderhoud en reparatie.”

Dat die focus succesvol is, blijkt wel uit de volle werkplaats die bovendien een mooie mix van merken, bouwjaren en prijsklassen vormt. “We hebben hier een planning die gewoon twee, drie weken is volgepland. Mede daarom vind ik het belangrijk om een optimale routing in het bedrijf te hebben zodat we daar geen hinder van hebben. Nu gaat het mij erom efficiencyslagen te maken. De routing zoals die nu is betekent een wereld van verschil voor ons. Heel eerlijk: ik heb afgelopen half jaar meer hinder gehad van het hele verbouwen dan van corona. Ik zal blij als het buitenterrein helemaal af is en we weer ongehinderd aan het werk kunnen. En wat betreft corona, we nemen alle voorzorgsmaatregelen. Wachtende klanten hebben we niet of nauwelijks en als er iemand toch wil wachten dan hebben we daar alle ruimte voor.”

Flatrate

De bekende flatratetijden zoals die voor klussen worden gehanteerd, gebruikt Dingerink niet. “Dat werkt misschien voor veelvoorkomende werkzaamheden maar we zien hier alle merken, typen en bouwjaren. Dan is het vanzelfsprekend dat er wat meer tijd moet worden uitgetrokken. Soms omdat we voor een bepaalde storing of een bepaald type auto wat minder routine hebben. Vaker is het echter geen kwestie van routine, maar gewoon omdat onderdelen na vele jaren gebruik niet makkelijk los blijken te komen.”

De werkplaats rondblikkend zien we een bijna dealerachtige uitstraling. Boxo, een van de merken binnen de Serenco-stal, tekende bijvoorbeeld voor de zogenoemde organized storage modules: een wandmeubel met werkblad, waar gereedschap centraal in wordt opgeborgen, zoals dat veel in dealerwerkplaatsen is terug te vinden. Uiteraard hebben de monteurs zelf daarnaast hun persoonlijke Facom of Sonic gereedschapkar. Ook de aircomachines staan centraal opgesteld, twee Hella Gutmanns voor respectievelijk R134a en R1234yf en een Monochrom R134a via WM. 

Verbind daaraan overigens niet de conclusie dat dat een huisleverancier is voor de onderdelen. “We leunen sterk op Ferwerda en Dabeko (in diens bandenhotel liggen zo’n 140 sets van Dingerink, red). Ik vind het goed om op het gebied van onderdelen te kunnen vergelijken en iedereen een beetje scherp te houden. Relatie is belangrijk maar ik houd ogen en oren weldegelijk goed open. Ik heb een scherpe inkoper in dienst en die weet precies wat iets mag kosten.”

Werkplaatsinrichting

De keuze in hefbruggen laat een gevarieerd beeld zien, in alle ‘smaken’ wordt wel voorzien. Om te beginnen zijn er vijf stempels, stuk voor stuk achter een eigen overheaddeur. De links ernaast gelegen deur heeft niet direct een brug erachter liggen maar biedt indirect toegang tot een zware tweekolommer achterin en twee centraal gelegen schaarbruggen. De kopse kant van het pand is eveneens voorzien van een rij overheaddeuren. Twee ervan bieden toegang tot de remmentestbanken: een Masterbrake platenbank en een AHS rollenbank. Voor de rollenbank is bovendien een sleuf in de vloeistofdichte vloer voorbereid: “Mocht er een apk voor aanhangers komen met een remmentest dan zijn we al zover.” De laatste twee werkplekken ten slotte zijn voorzien van vierkolommers, eentje zelfs met een capaciteit van zeven ton. De ander is voorzien van Hunter uitlijnapparatuur, nog via Rema Tiptop destijds.

Routing en efficiency stonden centraal bij deze grootschalige verbouwing

Aan de remmenbanken was het al zichtbaar, maar de selectie bruggen bewijzen het eens te meer: deze werkplaats is ingericht door Stokvis Equipment met StertilKoni’s en AutopStenhojs. Terwijl ik rondneus in de werkplaats zie ik drie campers binnen staan. “Een groeiend segment voor ons”, erkent Dingerink. “Daarom heb ik her en der gekozen voor zwaardere bruggen, zoals een tweekolommer met 5500 kg hefvermogen. Met name de zeventons vierkolommer is door zijn extra lengte uitermate geschikt voor lange campers en bedrijfswagens zoals de Sprinters.”