Langzamerhand wordt er door steeds meer universele autobedrijven nagedacht over schaalvergroting. Vooral bij de grotere werkplaatsconcepten vindt een eerste clustering van meerdere universele autobedrijven onder één eigenaar plaats. Van der Veen Autogroep is er een van.
Het autobedrijf van de toekomst zie je vooral in de werkplaats. Zo verwelkomt eigenaar John van der Veen mij als we via de showroom van zijn vestiging in Oosterwolde naar zijn kantoor lopen. “De belangrijkste veranderingen in onze branche betreffen vooral de aftersales.”

Van der Veen doelt daarmee op de toenemende complexiteit van voertuigen, maar ook op de verzakelijking van de markt, connectiviteit en de energietransitie, hoewel dat laatste volgens hem een optelsom is van een erg divers lokaal en regionaal beeld. “In het westen van het land zie je de groei van het aandeel EV’s in het wagenpark versnellen. Het betreft nu nog vooral batterij-elektrische voertuigen, maar ik geloof op de lange termijn ook erg in waterstof. Dat het westen hierin vooroploopt, komt door het grotere aandeel zakelijke mobiliteit. Landelijk gezien zal het wagenpark nog lang fossiel gedreven zijn. In onze regio moet de EV-transitie zelfs nog op gang komen. De eerste EV’s melden zich als hybrides, maar onze werkplaatsen zullen voorlopig nog vooral gericht blijven op auto’s met benzine- en dieselmotoren. Desalniettemin bereiden we ons zeker voor op het EV-tijdperk.”
Familiebedrijf
Van der Veen Autogroep telt drie vestigingen, allemaal Bosch Car Service-bedrijven, met naast de vestiging in Oosterwolde vestigingen in Groningen en Gorredijk, Ze hebben allemaal een duidelijke verkoopfunctie voor nieuwe en gebruikte auto’s. In Oosterwolde behoort ook een tankstation tot de groep. De onderneming telt 25 vaste medewerkers en is een echt familiebedrijf. Van de zes kinderen van John van der Veen zijn er twee actief in het bedrijf. Zoon Peter is verantwoordelijk voor de verkoopactiviteiten in Groningen en dochter Aline overziet de drie werkplaatsen. Samen met haar collega en financieel manager Elly de Vries sturen zij samen met John van der Veen als managementteam de ondernemingen aan, waarbij de cijfermatige aansturing prioriteit heeft. De analysemogelijkheden van Carsys en de wekelijkse rapportages van WESP zijn daarbij hun instrumenten. Daarover zijn ze transparant naar de medewerkers, de communicatielijnen zijn kort. Het schadeherstel wordt uitbesteed aan een ander familielid, Jan van der Veen, een broer van John, die zijn eigen schadeherstelbedrijf heeft. Ook daar wordt open over gecommuniceerd, niet in de laatste plaats met de betreffende werkplaatsklanten. Of er ooit nog een vierde, of zelfs een vijfde vestiging komt, zal wat John van der Veen vooral afhangen van de volgende generatie. “Mijn ambitie is dat zeker, maar ik word binnenkort zestig. Ik betrek mijn managementteam overal bij en laat met name mijn kinderen in deze hun eigen toekomst bepalen. Willen zij gaan voor groei door uitbreiding, dan ondersteun ik dat uiteraard van harte.”
Kennis
Gevraagd naar een toelichting op zijn opmerking dat de veranderende aftersales de toekomst van het autobedrijf bepaalt, zegt John van der Veen: “Wij zijn, net als veel collega’s, nu nog vooral druk met fossiele auto’s, maar EV’s zullen de komende jaren een groeiend aandeel vormen. Dat zal langzaam gaan, maar we zullen er nu al op moeten voorsorteren, door te investeren in equipment en in trainingen voor de medewerkers. Kennis is cruciaal als je je klanten de beste service wil kunnen blijven bieden. Onze medewerkers gaan momenteel zo’n vijf dagen per jaar op training en wellicht neemt dat door de toenemende complexiteit van de autotechnologie nog toe.”

De EV zal het verdienmodel van het autobedrijf veranderen, verwacht John van der Veen, en niet eens in negatieve zin, zoals vaak gedacht wordt. “Als je goed naar de technische ontwikkelingen kijkt, dan worden auto’s, zowel ICE’s, hybrides als EV’s, volgestopt met sensoren en software, niet in de laatste plaats voor ADAS. Verder zal connectiviteit belangrijk worden, ook bij het inleren van onderdelen via bijvoorbeeld pass-thru. Ik ben er verder van overtuigd dat het onderstel door alle toegepaste nieuwe technologieën veel meer aandacht van de werkplaats zal vragen, zowel wat betreft onderhoud als reparaties. Uitlijnen en ADAS-kalibratie worden daarbij belangrijke competenties. Op die manier zal het onderstel in belangrijke mate van invloed zijn op het toekomstige verdienmodel.”
Ambitie
De aftersales zal dus danig veranderen. John van der Veen verwacht dat niet voor de salesfunctie van het universele autobedrijf. “Auto’s verkopen blijft hetzelfde, wat voor aandrijflijn een auto ook heeft. Wel zul je in je dienstverlening een bepaalde mate van digitalisering moeten omarmen. Verder verwacht ik dat het aandeel zakelijk gekochte auto’s toe zal nemen en onderhoudssturing een issue wordt. Overigens hebben wij een eigen leasemaatschappij, LSN Autolease, met de nodige zakelijke klanten. Richting de particuliere consument zie ik privélease van occasions snel toenemen. Ook daarvoor geldt dat we de regie over reparatie, onderhoud en schadeherstel in eigen hand houden. Momenteel ligt de verhouding aftersales zakelijk en particulier op 25-75, maar dat zal zeker verschuiven.”
Foto boven: In Oosterwolde wordt binnenkort een nieuwbouwpand betrokken. Hier zal de werkplaats van de toekomst, zoals John van der Veen die voor zich ziet, ook daadwerkelijk ingericht zijn. Er is wat de werkplaatsinrichting betreft nauw samengewerkt met Nijboer Blijstra Techniek uit Putten. Naast een uitlijnhefbrug en geïntegreerde ADAS-kalibratiesysteem is er ook een gedigitaliseerde bandenprofielcontrole. Er komen beeldschermen waarmee de werkplaatsklanten over de gemeten toestand van hun auto worden geïnformeerd. John van der Veen heeft het over de ‘schone teststraat’. “De moderne auto zal op termijn door in software gespecialiseerde monteurs in witte jassen kunnen worden onderhouden.”