Als BOVAG Onafhankelijk Autobedrijf van het Jaar heeft Bie Olthof een voorbeeldfunctie voor andere universele autobedrijven. Er hebben ook al verschillende autobedrijven bij mij aangeklopt om te horen hoe wij bepaalde zaken aanpakken. Eén daarvan betreft de overname van het bedrijf.
Zoals bekend ben ik in 2017 als mede-eigenaar in het bedrijf van mijn ouders gekomen en heb ik het per 1 januari 2023 helemaal overgenomen. De overdracht van een bedrijf van vader op zoon komt veel voor en heeft als voordeel dat de identiteit van het bedrijf gemakkelijker behouden blijft. Zeker als je, zoals in mijn geval, als zoon al een aantal jaren in het bedrijf hebt meegedraaid.
Als je een vreemde partij als koper hebt, zul je misschien de zaken wat rooskleuriger voorstellen dan ze zijn. Of je benadrukt de goede kanten van het bedrijf. Ik kende het bedrijf van mijn ouders natuurlijk van binnenuit. De cijfers waren voor mij geen verrassing. Een zakelijk geschil is altijd vervelend, zeker als het familie betreft. Dus hoe kom je tot een redelijke prijsbepaling? Dat is volgens mij het belangrijkste punt bij elke overname. We hebben het laten taxeren en ik heb het overgenomen voor wat het ook werkelijk waard is. Geen vriendenprijsje, maar ook niet voor meer dan dat.
Wat je doet met het vastgoed, daar kun je afspraken over maken. Blijft dat in handen van de verkopende partij en huur je het vervolgens van je ouders, of neem je het vastgoed mee over? Het probleem is vooral dat de verkopende partij vaak al zijn geld in het bedrijf heeft zitten, als pensioenvoorziening. Hoe doe je daar recht aan?
De uiteindelijke prijsbepaling is een kwestie van wisselwerking. Er staan in Nederland best wel wat autobedrijven te koop, dus aan de ene kant moeten ouders blij zijn als hun kinderen het bedrijf willen overnemen. Aan de andere kant vallen die kinderen, als het goed is, in een gespreid bedje: een basis waarop ze kunnen voortborduren, met een gevestigde naam in de regio, een klantenbestand, een medewerkersbestand en zo meer. Dus dat werkt twee kanten op. Je hebt elkaar echt nodig bij zo’n overname.
Of het bedrijf daarna succesvol blijft, is natuurlijk niet zeker. Ik zie het vaak misgaan waar de tweede generatie al boven de veertig jaar is en pa, eind zestig, begin zeventig, zich met de zaak blijft bemoeien. Dat is niet gezond. Of wanneer de tweede generatie eigenlijk helemaal niet geschikt is om een autobedrijf te runnen. Ook dat zie ik wel gebeuren. Ik heb het geluk gehad dat mijn ouders altijd hebben gezegd: jij bent nu de eigenaar, kijk jij maar wat je het beste lijkt. Ze zeiden wel: “Weet waar je aan begint”, maar dat was ik me heel goed bewust. Je krijgt echt een ander leven, maar ik zou niet anders willen.