Bijna vier van de tien in ons land geregistreerde taxivoertuigen dragen een ster. De tweede plek gaat naar Volkswagen dat in volume nog niet tot de helft van het aantal Mercedessen komt. Van de nieuwe toetreders noteert Tesla met ruim duizend stuks hoog genoeg voor een negende plek.
De taxivloot in ons land is niet bepaald een afspiegeling van de rest van de markt. En dan hebben we het niet alleen over de dominantie van het merk Mercedes-Benz. Daarover later meer. Eerst kijken we naar de brandstofmix. Van de grofweg tien miljoen ‘gele’ kentekens tankt een steeds kleiner wordende niche nog diesel. Onder taxi’s maakt deze brandstofvorm echter fors de dienst uit. Twee derde van alle blauwe platen dient af en toe te stoppen bij een dieselpomp. Met 879 (!) benzinedrinkers is deze brandstof nauwelijks populairder dan LPG (goed voor 185 stuks). Nee, denkend in podiumplaatsen gaat het zilver toch echt naar vol-elektrisch. Elke vijfde taxi in ons land tankt geen vloeistof of gas maar hangt zo nu en dan aan de laadkabel. Met 6,5 procent blijft ook hybride ver achter, goed voor een paar honderd exemplaren meer dan de CNG-taxi’s.

Bouwjaren
Van de totale vloot aan taxiregistraties zijn de jongste vijf bouwjaren samen goed voor een kwart van het totale volume. Laten we de klassieke tachtig/twintig-regel los op de bouwjaren dan blijkt de vuistregel niet uit te komen. De drempel van tachtig procent wordt al bereikt rond 2015 en als we de twintig bouwjaren bijeen vegen dan hebben we 99,5 procent van het totaal te pakken. Ouder dan 1972 komen we überhaupt niet en de eerstvolgende in leeftijd is van 1976.
Grofweg elke zesde taxi heeft 2019 als bouwjaar

Een elftal stamt uit de jaren tachtig en met 44 kentekens zijn ook de jaren negentig niet rijk vertegenwoordigd. Het jaar dat het meest voorkomt is 2019, goed voor 6847 stuks. Om dat even in perspectief te zetten: de bouwjaren 2020, 2021 en 2022 samen zijn goed voor 6159 exemplaren. Met zo’n 4700 registraties ieder voor de jaren 2017 en 2018 steekt 2019 ook hier met kop en schouders boven uit. Corona heeft sindsdien een trendbreuk veroorzaakt die nog niet is ingehaald.
Merkniveau
Dit artikel begint met het grote volume aan Mercedessen in taxiland, om het geen dominantie te noemen. Niet alle Mercedessen zijn taxi’s, maar veel taxi’s zijn wel een Mercedes-Benz. Met de modellen Sprinter, Vito en E-klasse vullen ze op modelniveau zelfs de top drie, Volkswagens Transporter buiten het podium houdend. De afstand tussen de nummers vier en vijf is met ruim 1500 stuks groot, maar Ford staat er wel met de Transit Custom doordat deze dertig registraties meer heeft dan de Opel Vivaro.
Tesla mag dan de bestverkochte auto van 2023 hebben geleverd in de vorm van de Model Y, in deze taxi-lijst is Tesla met iets meer dan duizend stuks in totaal tot de negende plek in de ranglijst op merkniveau gekomen. Inderdaad, de Model Y is bij het merk ook in taxiland het meest gangbaar met 344 stuks, maar het gat tot de Model 3 (298 stuks) en de Model S (263 stuks) is niet groot. Met 100 stuks is de Model X hekkensluiter.
Dat merk vormt een mooi bruggetje tot andere nieuwkomers zoals Aiways, BYD, Lynk & Co, MG, Nio, Polestar, Xpeng en Zeekr (Fisker en Lucid komen we niet als taxi tegen). Het rijtje is gecombineerd goed voor zo’n 220 stuks waarvan de helft op het conto staat van BYD. In dit tempo heeft Mercedes nog weinig om zich zorgen over te maken als het gaat om de taxidominantie.