De Duits-Britse econoom Fritz Schumacher (overleden in 1977) stond bekend om zijn afwijkende visie op de ideale schaalgrootte voor een onderneming; namelijk zo klein mogelijk. Zeker na de bancaire crisis, waar de negatieve effecten van schaalgrootte mede debet aan zijn geweest, is de aandacht voor Schumachers theorie over schaalkleinte weer toegenomen. Voor een paar euro worden zijn boeken online te koop aangeboden, mijn exemplaar kostte €1,70.

Bij een klein bedrijf is de sfeer vaak beter, persoonlijker en gaan mensen over het algemeen met meer plezier naar hun werk. Wie plezier heeft in zijn werk, heeft plezier in het leven, schreef filosoof Thomas van Aquino (1225-1274) al in de dertiende eeuw. De klant voelt zich in zo’n omgeving meer thuis, stelde Schumacher en dat levert een betere prijs voor de geleverde prestatie op. Wellicht wat naïef, maar dat was de basis voor Schumachers denken. Nu was Schumacher niet gek. Hij wist in de jaren zestig ook wel dat concern building niet te stoppen was. Ondernemingen moesten en ego’s wilden absoluut groter worden. Groei was het enige dat telde, hoe maakte niets uit. Vandaar dat de visie van Schumacher veertig jaar geleden als een waarschuwing moest dienen om de niet te stoppen schaalvergroting vooral slimmer aan te pakken.

Een andere theorie die hierop inspeelt is die van het Zeesterren genoemde organisatiemodel. In het boek Starfish and the Spider van het duo Brafman en Beckstrom wordt geadviseerd om een groot bedrijf op te bouwen uit kleinere units die elkaar versterken of juist volledig
langs elkaar heen werken. Laat entiteiten niet te groot worden, dat maakt een onderneming fl exibeler en minder kwetsbaar. Iedere onderneming, divisie of afdeling moet de eigen product-marktcombinaties kunnen opzoeken en ontwikkelen, of gewoon de competitie met elkaar aangaan.

Nu wordt vaak de fout gemaakt dat een groot bedrijf als één geheel wordt gezien. Neem de bekende afdelingen binnen een merkdealer; ze worden organisatorisch onvoldoende gescheiden en ze sponsoren elkaar onderling. De titel Starfish and the Spider slaat op het feit dat wanneer een spin een poot verliest deze niet meer aangroeit en de overlevingskansen van de spin kleiner wordt. De zeester daarentegen kan veelal zo’n ‘poot’ opnieuw laten aangroeien. Onder bepaalde omstandigheden kan de verloren ‘poot’ zelf uitgroeien tot een nieuwe zeester.

Wanneer je de sterke punten van het kleine vasthoudt, bereik je iets groots. Daarmee komen de visies van Schumacher en het duo Brafman en Beckstrom samen. Schaalvergroting prima, maar de kracht schuilt in het kleine. Nadenken over een meer effi ciënte en vooral flexibelere organisatie kan in dit tijdsbeeld, waar we soms zeer ongenuanceerd de schaalgroottetrend verdedigen, geen kwaad. Heel belangrijk is de basisgedachte achter de theorie van Schumacher: in dynamische tijden maken vooral de mensen het verschil, bij grote en kleine bedrijven.

Deel dit artikel op

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Laatste nieuws
Meest bekeken berichten
Recente Reacties