Er zijn in 2016 in Nederland bijna 49.000 taxatierapporten ingediend voor naar Nederland geïmporteerde tweedehands auto’s. In 2015 waren dat er nog maar 36.000. Dit blijkt uit cijfers die BNR bij de Belastingdienst heeft opgevraagd. Het probleem is dat fraude hierbij op de loer ligt.
Dat er meer taxatierapporten worden uitgeschreven is wel verklaarbaar, legt Jeroen van den Broek, commercieel directeur van CRM Automotive Retail en beëdigd taxateur uit. “Er is in Nederland nu eenmaal een tekort aan auto’s van drie tot vier jaar oud. Dus die worden uit het buitenland gehaald.”
In tegenstelling tot de taxateurs, die geen belang hebben bij de hoogte van het taxatiebedrag, hebben importerende partijen dat wel. Wanneer een auto lager wordt getaxeerd dan hij werkelijk waard is, valt ook de bpm lager uit. Het kan dus lucratief zijn om tijdelijk een onderdeel met schade te monteren op te geïmporteerde auto, zodat de waarde tijdelijk lager kan worden gesteld.
En zoals dat gaat, creëert de vraag het aanbod. Volgens Van den Broek zijn er nu niet-beÎdigde taxateurs aan het werk die in tien minuten een rapport in elkaar zetten. “Net als voor makelaar heb je nu eenmaal geen opleiding nodig om je taxateur te mogen noemen. Sommigen krijgen de auto niet eens te zien, alleen een paar foto’s. Gelukkig gaat de Belastingdienst nu actiever het kaf van het koren scheiden.”