Op de in september gehouden vakbeurs Automechanika was er opvallend veel rumoer rond de elektrische auto. Bijna iedere onderdelenfabrikant speelt in op de komst van de E-Auto, zij het met een onzeker tijdspad.
Autofabrikanten struikelen over elkaar als het gaat om de lancering van een E-model. En overheden stimuleren – in ieder geval verbaal – het concept van elektrische mobiliteit. Eén van de vele adviesbureaus die de autobranche rijk is, hield een lezing over de gevolgen van elektrische mobiliteit voor het werkaanbod bij de reguliere autobedrijven. Een onderwerp waar langzamerhand meerdere partijen zich voor interesseren.
Als voorbeeld werd de Tesla-vestiging in München genomen, waar inmiddels een honderdtal Tesla’s zijn verkocht. Die komen iedere 20.000-30.000 kilometer voor onderhoud naar deze nu nog enige in volbedrijf zijnde Tesla-werkplaats. De onderhoudsbeurt houdt in dat de auto 6,5 uur aan een diagnosesysteem ‘hangt’ en de software, voornamelijk van het accumanagementsysteem, wordt bijgewerkt. Een monteur controleert tijdens dat updaten in minder dan een uur de banden, de ruitenwissers, de stuurinrichting, de elektromotoren en het remsysteem. De eerste twee à drie onderhoudsbeurten wordt zelden iets vervangen. Het is een kwestie van uurtje, factuurtje.
Opvallend is dat het autobedrijf middenin de stad zit, terwijl reguliere autobedrijven er worden geweerd. De Tesla-vestiging heeft geen uitlaatgasafzuiging nodig, er is geen olieopslag en er is ook geen afvalstroom van afgewerkte olie. Kortom, Tesla of beter gezegd een E-Autobedrijf, kan bij de klant om de hoek gaan zitten. De consequentie is wel dat er op de vestiging geen schadeherstel kan plaatsvinden. Tesla München heeft dan ook afspraken met schadeherstellers uit de regio.
Is de Tesla-vestiging een voorbeeld van het autobedrijf van de toekomst? Ja, zeker als elektrische mobiliteit de standaard wordt. Zelfs als een commercieel verantwoord accuconcept voor de volumemodellen wordt gelanceerd (diverse fabrikanten schatten dat binnen vijf jaar in), dan duurt het nog even voordat het wagenpark zodanig veel E-Auto’s heeft, dat de werkplaatsen het gaan merken. Maar voelen zullen ze het.
Dat de meeste aanwezigen negatief gestemd het zaaltje verlieten was jammer. Wie tijdig inhaakt op de ontwikkelingen, zal er beter van worden. Met z’n allen in een hoekje gaan zitten huilen en de trends ontkennen zal niet helpen. Voor die ondernemers is het te hopen dat de elektrische auto een flop wordt. Voor de geïnteresseerden uit de zaal zal het tijdig inspelen op de E-trend een gecalculeerde gok zijn, maar volgens vele fabrikanten met een honderd procent scoringskans. Dat laatste is natuurlijk erg opportunistisch. Er zijn best onzekerheden en vraagtekens bij elektrische mobiliteit te zetten. Wie de elektrische auto oplaadt met door kolencentrales opgewekte stroom draagt in de keten weinig bij aan het milieu, maar de lokale uitstoot in steden gaat wel omlaag. Drempels zijn er om overheen te stappen. De grote concerns in onderdelenland, maar ook overheden en energiemaatschappijen werken daar hard aan.