Op 19 mei jl. werd dan toch eindelijk, te midden van de landschappelijke schoonheid van het Limburgse Vaals, het 45-jarige jubileum gevierd van Acoat Selected, het partnerprogramma van lakkenleverancier AkzoNobel. Op het symposium spraken drie deskundigen, ieder over zijn vakgebied, onder het overkoepelende thema van het congres, ‘Van visie naar duurzame inzet’.
Die Covid-pandemie was er ook de oorzaak van dat het lustrum een jaar later gevierd kon worden dan aanvankelijk gepland. Ook anderszins heeft Covid er bij AkzoNobel flink ingehakt, bekende Akzo-ceo Thierry Vanlancker in zijn bijdrage, getiteld ‘Alles verandert steeds… of toch niet?’
Na de vaststelling dat AkzoNobel door de gestegen prijzen voor grondstoffen en energie genoodzaakt was om de prijzen van zijn producten te verhogen, had Thierry Vanlancker ook positief nieuws. Zo wist hij te melden dat AkzoNobel inmiddels voor 100 procent op eigen energie draait. Helaas is wat AkzoNobel in eigen keuken doet slechts 2 procent van de totale CO2-voetafdruk van het bedrijf; 17 procent wordt veroorzaakt bij de aanlevering van grondstoffen en maar liefst 72 procent van de CO2-voetafdruk zit bij de gebruikers van de producten van AkzoNobel. Daarom ook is een partnerprogramma als Acoat Selected opgericht, om hiervoor in samenwerking oplossingen te bedenken en schadeherstelbedrijven sterker te maken. In de wandelgangen was dan ook te horen dat dit de belangrijkste reden was waarom sommige schadeherstelbedrijven al veertig jaar bij Acoat Selected zijn aangesloten. “Andere leveranciers hebben dit wel geprobeerd te kopiëren, maar dat is nooit zo succesvol geworden als Acoat”, aldus een van hen.
Duurzame inzet
“Natuurlijk is het niet de droom van een jonge chemicus om verf te maken.” Met dit door Thierry Vanlancker verwoorde inzicht toont AkzoNobel zich ervan bewust dat het aantrekkelijke proposities moet bieden om talentvolle jonge mensen binnen te kunnen halen. Initiatieven op het gebied van duurzaamheid zijn een must. En uiteraard vragen opdrachtgevers het van hun leveranciers. “Duurzaamheid moet geen greenwashing zijn, je zult echt iets te bieden moeten hebben.”
Het tekort aan geschoold personeel was een van de vier trends die Thierry Vanlancker tot slot noemde die ook al in 2005 op het lijstje stonden. Dat schadeherstel zich ontwikkelt van low tech naar high tech, het toenemende belang van sturingsconcepten en de druk op de winst waren de andere drie. Inderdaad, veel is er in zeventien jaar tijd ook niet veranderd.

Autonoom rijden
Voor veranderingen moet je bij Dariu Gavrila zijn, docent intelligente voertuigen aan de Technische Universiteit Delft, met onder meer achttien jaar ervaring als ingenieur bij autofabrikant Daimler. (Hij ontwierp onder meer een rijassistentiesysteem voor voetgangersveiligheid op basis van stereocamera’s, dat Mercedes in 2013 en 2014 daadwerkelijk heeft gebruikt.) Gavrila gaf een overzicht van waarom we voertuigen autonoom willen laten rijden (vanwege de verkeersveiligheid, het gemak ervan, om meer mensen in staat te stellen te blijven rijden en, niet onbelangrijk, uit het economische perspectief van vervoerders om te kunnen bezuinigen op de kosten voor chauffeurs). Daarnaast ging hij in op hoe het werkt, welke problemen daarbij kunnen optreden en hoe we die wel of niet kunnen oplossen, want inderdaad: met rijden in tunnels, onder donkere omstandigheden, of met plotseling opdoemende obstakels op de snelweg, om eens wat te noemen, hebben ook de zelflerende systemen van autonoom rijdende nog altijd moeite.
De ultieme vraag in het betoog van Gavrila was: wanneer gaan we nu eindelijk autonoom rijdende voertuigen in het straatbeeld aantreffen? Robottaxi’s in Amsterdam verwacht Gavrila niet voor 2040, ofwel: de invoering van autonoom rijden gaat niet snel, zal heel geleidelijk verlopen, maar dat het gaat gebeuren, lijkt zeker.
Betekent dat het einde van de noodzaak van schadeherstel? Gavrila denkt van niet. “Het gaat om peperdure elektronica. En elektronica gaat stuk. Daarvoor is wel hoger opgeleid personeel nodig. Alleen de bedrijven die kunnen aanhaken bij de technische ontwikkelingen zullen blijven voortbestaan”, voorspelde Gavrila en daarin kreeg hij vanuit een andere hoek bijval, namelijk van intensivist Diederik Gommers.

Wetenschap
Hij was de derde spreker en tijdens de Covid-pandemie vrijwel dagelijks op tv om uitleg te geven bij de besmettingscijfers. Hij deed dat als voorzitter van de beroepsvereniging van intensive care-artsen. In zijn bijdrage gaf hij een kijkje achter de schermen hoe het coronabeleid tot stand kwam. “Alles was erop gericht om zoveel mogelijk levens te redden. Dat was de strategie. Daar kun je van alles van vinden, want door de beslissingen die we daartoe hebben genomen hebben we de economie zwaar moeten ondersteunen, maar als regering is het nu eenmaal niet zo’n goed idee om van strategie te wijzigen.”
‘Duurzaamheid moet geen greenwashing zijn, je zult echt iets te bieden moeten hebben.’
Als er één ding is dat we hebben kunnen leren van de Covid-jaren is dat volgens Gommers wel dat er een tekort is aan verpleegkundigen. Dat tekort was er al, maar kwam pijnlijk aan het licht tijdens de pandemie en dat tekort zal alleen maar groter worden, is de verwachting. Het gebrek aan carrièreperspectief is daarvoor een belangrijke verklaring. Een ic-verpleegkundige staat aan het bed en zal daar blijven. Hij of zij kan wel managementfuncties gaan vervullen, maar verlaat dan zijn of haar positie aan het bed. Het enige wat we zouden kunnen doen is de logistiek rondom de ic-bedden aanzienlijk verbeteren, bepleit Gommers. Het gebruik van data is daarvoor essentieel. “We meten heel veel. We hebben 130.000 datapoints per ic-patient per dag. Daarmee kunnen we predictiemodellen maken die kunnen voorspellen wanneer iemand veilig de ic kan verlaten.”
Het belang van investeren in wetenschap bleek volgens Gommers ook uit het verloop van de pandemie. Aanvankelijk keken we allemaal jaloers naar China, waar door streng gehandhaafde lockdowns in het begin van de pandemie de economie alweer snel open kon, maar al kwam het langzaam op gang, op de lange termijn heeft ons vaccinatiebeleid beter gewerkt, aldus Gommers. “In maart 2020 hadden we nul antistoffen; nu is de afweer veel hoger. Ik denk ook niet dat minister Ernst Kuipers nu nog snel naar een lockdown zal grijpen. Zo hoop je ook dat wetenschappers een manier vinden om op een duurzame manier waterstof te maken, waarmee we onze mobiliteit kunnen veiligstellen.”
Gommers legde niet expliciet de link naar schadeherstel, maar het tekort aan verpleegkundigen zou je kunnen vertalen naar het tekort aan geschoold technisch personeel, waar onder meer schadeherstelbedrijven mee te kampen hebben. Carrièreperspectief bieden is een mogelijk redmiddel, net als het gebruik van data om de processen in de werkplaats nog beter te laten verlopen. Ook daarvoor wil Acoat de partner van de schadeherstelbedrijven zijn.
Foto boeven: De bordesscène met alle deelnemers aan het congres op de trappen van Hotel Vaalsbroek in Vaals.