De nieuwjaarsreceptie van Bovag op 14 januari was de eerste sinds menig aanwezige zich kon herinneren. Feitelijk was het ook het startschot voor een feestelijk jaar, waarin de brancheorganisatie negentig jaar bestaat en waarin de feestelijkheden zich zullen concentreren in de periode 6 tot 9 mei.
Het was dan ook vooral een feestelijke bijeenkomst, bijvoorbeeld voor de vier bedrijven die al vanaf het begin lid zijn van Bovag. Afgevaardigden van die bedrijven mochten voor hun jarenlange clubtrouw een oorkonde en bloemen in ontvangst nemen.
Hoogtepunten
Ondervraagd door presentator Gert-Jan Jansen namen plaatsvervangend voorzitter Derk de Haas en directeur Peter Niesink het meer officiële gedeelte van de bijeenkomst voor hun rekening. Ze blikten terug op negentig jaar Bovag, waarbij het Derk de Haas vooral opviel dat Bovag zich in de loop der jaren steeds meer heeft ontwikkeld als een ondernemersvereniging. De aansluiting bij MKB Nederland vorig jaar is daar een uitvloeisel van. Als hoogtepunten noemde hij verder de invoering van het Bovag-garantiebewijs, de oprichting van Bovemij in 1963 (“Omdat niemand het autobedrijf wilde verzekeren, zijn we dat zelf maar gaan doen. Met veel succes.”) en de komst van de apk, wat een belangrijke pilaar onder het bestaan van menig autobedrijf is geworden.
Van 90 naar 100
Derk de Haas blikte ook vooruit en noemde daarbij de digitaliseringsslag die gaande is. Hij beloofde zijn leden dat Bovag de leden ook daarin wil begeleiden, zoals recentelijk met de start van ViaBovag.nl in 2018.
Peter Niesink toonde zich trots dat hij voor Bovag mag werken, trots op de ondernemers en was opvallend openhartig toen hem gevraagd werd of Bovag over tien jaar nog bestaat: “Dat is een hele goede vraag! We zien bij onze leden al een consolidatie. Veel leden zijn ook al lid van bijvoorbeeld RAI Vereniging en VNA. Dus ik weet niet of Bovag over tien jaar nog op deze manier bestaat. Je moet overal voor openstaan, maar zo’n ongelooflijk sterk merk als Bovag, dat geef je niet zomaar weg. De naam Bovag bestaat over tien jaar zeker nog en hoe we er dan als organisatie voor staan, dat zien we dan wel.”
