Nam het wegverkeer na het ingaan van de ‘intelligente lockdown’ aanvankelijk sterk af, uit gegevens van de Nationale Databank Wegverkeersgegevens (NDW) blijkt dat er langzaamaan weer meer auto’s op de weg komen.
De NDW neemt de drukte op de weg op dinsdag 3 maart als uitgangspunt en vergelijkt vervolgens de gegevens van de dinsdagen daarna met deze referentiedag. Dinsdag 3 maart was een normale werkdag, voordat de overheidsmaatregelen tegen Covid-19 werden afgekondigd.
Spits
Voor een aantal drukke locaties heeft de NDW de verkeersintensiteit gemeten. Daaruit blijkt dat op dinsdag 14 april tussen de ochtend- en avondspits al een opleving van het verkeer merkbaar was. Gemeten over een heel etmaal was dat verschil nog niet significant. Dat blijkt wel het geval te zijn op dinsdag 21 april. Zeker in het oosten en het zuidwesten van het land is het drukker geworden op de weg. Toch is het nog altijd 20 tot 30 procent minder druk dan op 3 maart.
Over de dag heen blijkt de daling ten opzichte van 3 maart niet gelijkmatig verdeeld te zijn. De drukte is vooral tijdens de spitsuren afgenomen en is een halvering van normaal op een dinsdag. Dit is logisch verklaarbaar uit het feit dat veel mensen thuiswerken. Vanaf week 15 is een opleving te zien in met name de ochtendspits. Die lijkt zich deze week door te zetten, ook in de avonduren.
Bovenstaande figuur geeft de verkeersintensiteit aan in verhouding tot die op dinsdag 3 maart. HWN staat voor hoofdwegennet, OWN voor onderliggend wegennet.
Vrachtverkeer
Wat betreft het vrachtverkeer betreft zijn de verschillen met dinsdag 3 maart minder groot. Wel zijn de verschillen tussen de regio’s groter geworden. De NDW verklaart dit uit het feit dat internationale goederenstromen (vooral in de Randstad) minder zijn geworden, maar dat dit wellicht wordt gecompenseerd door nationale goederenstromen (met name in het noorden en oosten).
Over de dag per netwerk blijkt het verkeer overdag hooguit licht stijgend te zijn. Wel is er in de vroege ochtend en late avond een afname. Dit komt eveneens waarschijnlijk door het afgenomen internationale goederenverkeer.
