Nederland beschikte over een veilig alternatief tijdens de discussie in 2015 over de gezondheidsrisico’s van rubberen kunstgraskorrels op kunstgrasvelden. Onder druk van de producenten van de rubberkorrels heeft Nederland zijn strenge eisen laten varen. Het gebruik van rubbergranulaat op kunstgras is daarmee in Europees verband nog altijd toegestaan.
De Volkskrant trekt deze conclusie op grond van documenten die de krant op basis van de Wet openbaarheid van bestuur heeft opgevraagd bij het ministerie van Milieu en Infrastructuur.
Nederland zou aanvankelijk gaan voor een strenge Europese eis voor kunstgraskorrels. Na overleg met de Nederlandse overheid had het Zwitserse Sekisui Alveo zich hierop voorbereid. Ook het Nederlandse bedrijf Terra Sports Technology uit Sittard wierp zich op de ontwikkeling van kunstgraskorrels die, in vergelijking met rubberen kunstgraskorrels, veel minder kankerverwekkende stoffen zouden bevatten. Wel zouden dergelijke korrels zes tot zeven keer duurder uitvallen.
Vervolgens is de banden- en recyclingbranche een lobby gestart om de overheid te wijzen op de gevolgen van de invoering van een strengere eis: in heel Europa zou rubbergranulaat op kunstgrasvelden moeten worden verwijderd en vervangen. Dit zou miljarden kosten. Hierna heeft Nederland, concludeert de Volkskrant, in december 2015 uiteindelijk een veel strenger standpunt ingenomen en werden de normen voor rubberen kunstgraskorrels niet verzwaard.
Ondertussen laat de Europese Commissie wel onderzoeken of de norm voor kunstgraskorrels niet alsnog moet worden aangepast. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft in 2016 rubbergranulaat van 100 kunstgrasvelden onderzocht. De conclusie was dat het extra risico op kanker door veelvuldig voetballen op rubbergranulaat ‘praktisch verwaarloosbaar’ is.