Toeleverancier Delphi verzelfstandigt zijn aandrijfdivisie, met als doel meer te kunnen focussen op zelfrijdende en met internet verbonden auto’s. Met die beweging komt de tak meer op afstand te staan van benzine- en dieselmotoren, in een tijdperk waarin de industrie steeds sterker opschuift richting elektrische voertuigen.
De afgescheiden business unit bevat alles wat Delphi in huis heeft op het gebied van de klassieke verbrandingsmotor. Ook de hybridetechnologie maakt er deel van uit. Volgens de fabrikant komen er twintigduizend mensen te werken, die samen goed zijn voor een omzet van 3,8 miljard dollar. De verzelfstandiging moet in maart 2018 gestalte krijgen. Ze volgt volgens Amerikaanse media op een mislukte poging om de aandrijfdivisie te verkopen aan zijn Duitse rivaal Continental. Op de beursvloer is de stap van Delphi verwelkomd. Investeerders zijn niet zeker over de positie van diesel en benzinemotoren op de middellange en lange termijn. Daarbij verwijzen ze naar de noodzaak van autofabrikanten om te voldoen aan steeds strengere emissie-eisen, met name in Europa en China. Zo heeft Volkswagen laten weten dat in het jaar 2025 een kwart van zijn verkopen zal bestaan uit elektrische voertuigen. Delphi produceert weliswaar componenten voor hybrides, maar heeft geen accutechniek in huis voor volledig elektrische aandrijving. Het overblijvende, bestaande deel van Delphi draagt voor driekwart bij aan de huidige onderneming, die goed is voor een omzet van bijna elf miljard euro en 145.000 mensen op de loonlijst heeft.