Van de grofweg 9,5 miljoen personenauto’s die ons land rijk is heeft nog altijd driekwart een benzinemotor zonder elektrische hulp. Het segment dat wel beschikt over zo’n hulpkrachtbron maar niet volledig elektrisch is, telt een miljoen stuks. Zo’n beetje twee keer zoveel als het aantal volledig elektrische auto’s.
Vlees noch vis, van alles net niet; de reacties waren zo rond de eeuwwisseling tweeslachtig. Aan de ene kant de liefhebbers van technische innovaties en de milieubewuste consumenten (de fiscale stimuli zorgden pas later voor serieuze volumes). Lijnrecht hiertegenover stonden critici met argumenten zoals ‘extra motoren en accu’s kunnen nooit echt groen zijn’ of ‘kijk eens waar de grondstoffen vandaan komen’. Eigenlijk een beetje zoals de discussie rond zomerbanden, winterbanden en allseasons. In het begin was die laatste het compromis der compromissen, tegenwoordig zijn ze sterk verbeterd en weten veel consumenten ze te waarderen. Zo ook met hybrides: ze zijn het nichestadium allang ontgroeid. Daarbij natuurlijk geholpen door de emissie-gerelateerde heffingen, want deze werken bestraffend door op ‘pure’ benzinemodellen.
Voor Toyota was altijd het uitgangspunt dat de accupakketten relatief duur zijn, schaarse grondstoffen bevatten en daarom kun je die maar beter klein houden en verspreiden over een zo groot mogelijke vloot auto’s. Lees: volledig elektrische auto’s hebben een te groot pakket, worden zo te zwaar en dat gaat weer ten koste van efficiëntie en reikwijdte. En dat allemaal voor die enkele lange rit? Zeker de modellen die net als een ‘echte’ EV volledig elektrisch kunnen rijden, zij het tijdelijk, hebben op dat moment geen lokale uitstoot en dat is waar het veel grote steden om te doen is.
Wat tanken we?
Hier raken we aan een punt waar het voor de cijfers ingewikkelder moet worden. Wat is immers een hybride? Er zijn verschillende manieren om ze onder te verdelen. Met of zonder laadkabelaansluiting bijvoorbeeld. Een derde blijkt zo’n poort te hebben, de rest niet. Dan is er nog de verbrandingsmotor zelf die als onderscheid dient: benzine of diesel. Laatstgenoemde is duidelijk in de minderheid, maar hoe scherp die verhouding is laten de door RDC aangeleverde cijfers niet zien.
Ten slotte is er het onderscheid hoe de verbrandingsmotor en de elektrische aandrijving zich tot elkaar verhouden. Rijdt de auto altijd elektrisch en is de verbrandingsmotor een hulpgenerator om het accupakket bij te vullen? Dan spreken we over range-extenders, kortweg REEV. Het groepje is beperkt, zo’n 2500 stuks en dan is ruim de helft de Opel Ampera (eerste generatie, niet te verwarren met de e-Ampera die erna kwam). Zustermodel Chevy Volt (niet te verwarren met de Bolt) telt er nog ruim 400 stuks bij. Bijna 700 i3’s van BMW zijn goed voor vrijwel alle overblijvende kentekens.
Instaphybride?
Hoewel de hybridetechniek nog wel meer smaken en technische variaties kent vallen die vrijwel allemaal onder de noemer HEV: hybride elektrisch voertuig en dus zonder de P van de plug ofwel stekker. Die groep is met 38,7 procent het grootst, voor de PHEV met 34,9 procent. Eén op vier van alle hybride auto’s betreft echter een zogenoemde milde hybride, kortweg MEV. Auto’s met een startergenerator en de mogelijkheid remenergie niet verloren te laten gaan maar alsnog nuttig in te zetten. De goedkoopste manier om een auto te elektrificeren met navenante resultaten als het gaat om de efficiëntiewinst. Zonder waardeoordeel, er zijn nu eenmaal gradaties binnen het hybridedomein.
HYBRIDE MODELLEN:
Toyota is heer en meester als het gaat om de registratie van hybride modellen
Maken we ten slotte de onderverdeling naar de merken dan zien we Toyota zoals verwacht bovenaan staan. De nummer twee, Kia ziet tegenover elke Kia vijf Toyota’s in het park. Toyota valt echter in de groep plug-inhybride net buiten de top vijftien waar Kia op plek negen staat. Volvo, BMW en Mercedes vullen daar het podium. In de lijst met milde hybrides zijn dat Audi, Ford en Suzuki.
Dat Toyota zo ver in aantallen voor de rest uitloopt blijkt ook als we de modellen als selectienorm hanteren. Niet de Prius maar de Yaris staat prominent op het bovenste treetje, met bijna 75.000 stuks, dertigduizend meer (!) dan de Kia Niro. Met zeven modellen in de top vijftien domineert Toyota het segment. Dat succes blijkt een medaille met twee kanten, want de volumes aan vol-elektrische modellen komen moeizaam van de grond.