Jan van der Kooi (35) is geboren tussen de auto’s en dus is die paplepel op hem maar wát van toepassing. Als directeur van Van der Kooi Sportscars in Houten is hij dagelijks met auto’s bezig en ook de avonden en weekenden zit Jan het liefst met zijn handen in de smeerolie. “Dat excentrieke, dat eigenwijze. Het merk Lotus past gewoon helemaal bij me.”

Er is volgens Jan van der Kooi niets mooier dan iedere dag met auto’s bezig te mogen zijn. Tot ongeloof van zijn vrienden. “Ik lig ‘s nachts te dromen over autootjes, jazeker. Vrienden vragen me wel eens: Ben je dat nooit eens zat? Maar nee, ik vind het heerlijk. Het mooiste vind ik dat moment als de kinderen naar bed gaan: de schuur induiken en vervolgens iets gaan maken. Als ik een drukke dag heb gehad laat ik de radio uit en ga ik gewoon mooie dingen maken. Dat ontspant en zo kan ik mijn ideeën kwijt. Overdag kan ik er ook nog mijn geld mee verdienen, dat is toch fantastisch? Natuurlijk heb ik ook mindere dagen. Maar als dat het geval is, dan heb ik te weinig met auto’s gedaan!”

Perfect studieproject

Het tekent Van der Kooi als geen ander. Autofiel in hart en nieren. En dan met name Engels: “Ik ben geboren in de auto’s. Verwekt vermoedelijk niet, ik heb het wel eens gevraagd. Mijn vader zei altijd: Je moet doen wat je leuk vindt. Of dat nu in de auto’s is, of je wordt militair, of je gaat werken bij een bank, kijk vooral wat je past. Ik vind vooral de techniek heel leuk. Dat excentrieke, dat eigenwijze. Het merk Lotus past gewoon helemaal bij me. Niet alles zit erop en eraan, een Lotus is puur waar ‘ie voor gebouwd is. Vorm door functie. Zorgen dat wat er op zit, ook ergens voor dient. Dus geen extra deurhendeltje omdat de deur dan gemakkelijker opengaat. Nee, weglaten! Elektrische spiegels? Who cares? Ik heb vijf oude Lotussen en in elke auto zitten vierpuntsgordels en een rolkooi. Mijn Elise Motorsport rijd ik dagelijks. Eigenlijk is het een raceauto – zo is er tweemaal de 24 uur van de Nürburgring mee gereden – maar dan met kentekenplaten er op geschroefd. De raceklokken, brandblusser en hoofdstroomschakelaar zitten er allemaal nog in. Jazeker, hij balanceert op het randje van wat wel en niet mag, maar die auto’s vind ik nu eenmaal het gaafst.”  

‘Hoe rauwer hoe beter. Ik hoef geen leer en stoelkoeling, liever een kuipstoel met een beetje alcantara.’

  Op mijn 16de kocht ik – met wat hulp van pa omdat ik niet rookte – een Lotus Europa. Het ding kostte 5000 gulden, ik vergeet het nooit. We waren in die tijd net gestart met een Lotus-dealerschap en in het dorp waar we woonden stond zo’n ding. Ik fietste speciaal om om die auto te kunnen zien; één meter hoog, plat en ja, een Lotus! Je zag ze nooit. Ik heb ‘m helemaal zelf opgeknapt, een perfect studieproject, zo bleek later, en hij was drie jaar later helemaal af en mijn droom was verwezenlijkt. Toen ik met dat polyester doosje met ruim 200 km/h over de Nürburgring vloog, kreeg het racevirus me volledig in zijn greep. Achteraf was het levensgevaarlijk, want ik had nul ervaring, maar ik kon aardig karten en dit moest dus ook moeiteloos gaan. ‘s Avonds lag ik met piepende oren van het geluid in bed, na te genieten van die onvergetelijke dag.”

Tegen het randje

“Dat was tegelijkertijd het moment dat de autosport zich voor me had gewonnen. De beheersing van een auto op hoge snelheid, dat vond ik onmetelijk gaaf. Toen ging ik historisch racen, net begin twintig. De drang naar winnen en verbeteren kwam langzaam opzetten. Altijd had ik gesport op hoog niveau, dus dat zat er al vroeg in. Ik kan wel tegen mijn verlies, maar dan moet ik wel weten dat het aan mezelf lag. Da’s met autosport precies hetzelfde. Heerlijk vind ik het; auto’s op hoog niveau prepareren, tegen dat randje aan gaan met onze Lotus Exige. Als alles tot in de puntjes klopt, dan is ook dat een overwinning. Dat historisch racen mis ik nog wel eens, zo volkomen stressloos. Nu is dat met modern racen wel anders. De competitie is heftiger en het gaat veel sneller. De kosten zijn aanzienlijk hoger, dat speelt ook mee in het achterhoofd.”

Racen om tienden

De dag na het interview vertrekt Van der Kooi weer. “Het is meesterlijk om met een viercilinder tegen dikke Ferrari’s op te boksen. We zijn Europees kampioen geweest met de Lotus Cup, hebben de Supercar Challenge gewonnen, de pole positions zijn inmiddels ontelbaar en we hebben talloze eerste, tweede en derde plaatsen behaald. Als we meedoen, dan doen we mee voor het ‘echie’ en als we niet op het podium staan, dan is er iets gebeurd. We rijden nu zes jaar in de Exige in de Supercar Challenge in diverse divisies, momenteel in de Supersport-divisie, dat is de meest competitieve. Het gaat om tienden en dat is toch het leukst. De gevechten op de baan zijn veel leuker en dat is toch waar racen voor mij om gaat. Of je nou de Yaris Cup rijdt of de Porsche Cup, de funfactor kan nagenoeg hetzelfde zijn.”

BINNEN KANTOORUREN Jan is directeur van het familiebedrijf Van der Kooi Sportscars, de Nederlandse Caterham-, Lotus-, Zenos- en Noble-importeur in Houten die eind juli veertig jaar bestond. “We doen bijna alles in huis; verkoop, onderhoud, tuning en schade. Dat doen we met acht medewerkers. Momenteel ben ik veel in de werkplaats te vinden, het is moeilijk om de juiste mensen te vinden. Wij zoeken dan ook een automonteur plús. Bij Lotus zijn veel onderdelen er niet meer, dus dan moet dat gemaakt worden. Iedereen binnen deze muren denkt en werkt oplossingsgericht. Je moet vooral erg allround zijn. Mijn zoon van 2,5 jaar vindt auto’s (ook) fantastisch. Als hij hier komt, dan gaat hij zwart weer weg. Ik vrees dat de genen geen generatie hebben overgeslagen…”

Deel dit artikel op​
Laatste nieuws
28 maart 2025
Systeem Kia waarschuwt voor naderende hulpdiensten
28 maart 2025
Vakgarage vernieuwt magazine Dichtbij
28 maart 2025
Geen gouden bergen
27 maart 2025
Voertuigen met tellerblokker naar de sloop
27 maart 2025
Zaanstreek heeft duurste wasstraten
27 maart 2025
‘Ik ben een rasoptimist’
Meest bekeken berichten
Recente reacties