Op 27 november jl. organiseerde BOVAG in Nieuwegein voor het eerst de BOVAG Ondernemersdag, een dag voor alle leden, van tweewieler- tot truckbedrijf, van poets- tot revisiebedrijf en van rijschool tot schadeherstelbedrijf. Uiteraard waren de autobedrijven het best vertegenwoordigd; zij vormen nu eenmaal verreweg de grootste afdeling binnen de brancheorganisatie.
Behalve een plenair gedeelte waren er twee rondes met een keuze uit drie verdiepingssessies over specifieke onderwerpen die in kleinere ruimtes werden gehouden. Noodgedwongen moest iedere bezoeker dus één sessie missen. Wij kozen voor de sessies over personeel en de verkoop van gebruikte EV’s.
Kansen
Beginnen we met die laatste sessie, onder de titel ‘Gebruikte EV, barrière of gemiste kans? Na een marktoverzicht van Geert Brummelhuis namens BOVAG en Melvin Ester namens Marktplaats (instroom neemt toe, steeds beter aanbod voor particulier, met name in B- en C-segment) is de conclusie dat de binnenlandse markt voor gebruikte EV’s eigenlijk groter zou moeten zijn dan hij is.

Vervolgens gaven Floris Berkhout en Patrick Hommel vanuit hun eigen praktijk, respectievelijk de Wassink Autogroep en Auto Hommel, een inkijkje in hoe je dat nu doet, EV’s verkopen. Het autobedrijf dat geen elektrische auto’s inkoopt, “want die raak ik aan mijn klanten niet kwijt”, dat noemt Patrick Hommel quatsch. “Weg met die weerstand, anders blijf je in het oude hangen”, vindt hij. “Zie de klant niet als iemand die een bepaalde auto zoekt, maar als iemand met een mobiliteitsbehoefte. Misschien is een elektrische auto een prima oplossing voor die klant, maar vraagt hij er zelf niet om. Als je dan de optie van een elektrische auto niet noemt, is dat een gemiste kans. Het is een nieuwe markt. De consument zit met vragen, is onzeker. Daarom moeten wij als autobedrijf het voortouw nemen. En natuurlijk zit er wel eens wat scheef. Prijzen fluctueren en ja, nadat Tesla de prijzen verlaagde, moest je flink afschrijven op een gebruikte Tesla, maar bij de benzine- en dieselauto’s zaten ook wel eens exemplaren waar je op toe moest leggen. Dus nee, je gaat niet vanaf dag 1 geld verdienen, maar als ik naar de toekomst kijk, zie ik die markt alleen maar toenemen. Daar liggen kansen.”
Floris Berkhout stelt met name succesvol te zijn met de verkoop van gebruikte EV’s dankzij de accucheck, de zogeheten State of Health-check, waarmee je het vertrouwen van de consument kunt winnen. “Wij communiceren die SoH ook in de advertentie van de auto. Het biedt de consument zekerheid. Het gaat ook om de mindset. Een actieradius van 300 kilometer is prima te doen voor de meeste autoritten binnen Nederland. We hebben ook EV’s in de demovloot. Laat je klanten het maar proberen.”
Uitstroom
De verdiepingssessie over de instroom en het behoud van arbeidskrachten is het gevolg van de herhaaldelijke vraag die BOVAG krijgt om te zorgen voor meer instroom. Namens de brancheorganisatie legt Marjolijn Spoorenberg uit dat die instroom best redelijk is en jaarlijks met 5,5 procent groeit. Er is wel een maar: 53 procent van de instroom verlaat na het behalen van het diploma de mobiliteitssector. De reden is vaak, vooral bij jongeren, dat ze ergens anders meer kunnen verdienen en dan gaat het vaak niet om honderd euro meer, maar vijfhonderd euro meer, of nog beter. Ook bieden andere bedrijfstakken zoveel betere secundaire arbeidsvoorwaarden, denk aan Defensie of ASML.
Met de instroom zit het dus wel goed, het is zaak om die uitstroom tegen te gaan. Hoe doe je dat dan? Daar hadden verschillende deelnemers aan de paneldiscussie die volgde verschillende ideeën over. ROC-directeur Mirjam Bosch bijvoorbeeld legde de nadruk op het schetsen van een goed beroepsbeeld, en ook: “Ken je student. Weet wat hij of zij leuk vindt. Ben geïnteresseerd, ook in wat hij of zij buiten werktijd doet.”
Truckmonteur Wesley Hemelrijk doorliep zelf het hele traject van leerling tot leermeester en ervoer die steun wel vanuit zijn opleiding, maar niet bij het leerbedrijf. “Die was volledig ruk! Ik kon de rotklusjes doen.” Dat terwijl hij enorm gedreven was om truckmonteur te worden, zelfs tegen de zin van zijn moeder in. “Ik ben allergisch voor ‘kan niet’. Dat heeft me er juist toe aangezet om door te gaan.” Uiteindelijk werd hij door een oud-werkgever, drie jaar na zijn vertrek, teruggevraagd om leermeester te worden.
Zorgen voor een positieve werksfeer is ook volgens Paul van Liempt, die tijdens de sessie zijn boek ‘Blauwe boorden bonanza’ mocht promoten, belangrijk, maar het gaat ook om de verdienste. Hij stelde doodleuk voor om voor een betere beloning geld weg te halen bij de leidinggevenden. “Waarom moet een leidinggevende meer verdienen dan iemand die geen leiding geeft?” Hij gaf daarbij het voorbeeld van het Openbaar Ministerie, waar een goede officier van justitie meer verdient dan een afdelingsmanager. “Ook bij het Erasmus Medisch Centrum denken ze erover na en zien ze dat een verpleegkundige die een hele nacht waakt over een hele zaal patiënten meer zou moeten verdienen dan een controller.”
Plenair
Tijdens het diner was er ook nog een, door Maarten Bouwhuis voorgezeten, plenair debat. Hierbij werd onder meer via een Menti-enquête de zaal uitgepeild. Eén van de vragen daarbij was: ‘Waar maak jij je als ondernemer het meeste zorgen over?’ Meer dan de helft van de zaal (54 procent) antwoordde hierop: regeldruk en overheid. Laat dat nou net een onderwerp zijn dat tijdens de eerste BOVAG Ondernemersdag níet aan de orde kwam. “Een goede tip voor de volgende Ondernemersdag”, concludeerde BOVAG-directeur Hans Bresser dan ook.