De jaarlijkse Pocket Guide van ACEA was nooit eerder zo relevant als dit jaar, waarin corona de automotive sector wereldwijd zo in zijn greep houdt. Het uitbrengen van het rapport gaat dan vergezeld van een oproep: “Intensiveer politieke, economische en praktische ondersteuning van onze industrie.”
De oproep komt van ACEA-director general Eric-Mark Huitema die vecht voor het overleven en opkrabbelen van de sector om zo investeringen en banen te beschermen.
De cijfers in de Automotive Industry Pocket Guide 2020-2021 liegen er niet om. Van het bruto binnenlands product binnen de EU is de automotive goed voor zeven procent. Een vrij vergelijkbaar percentage drukt de personeelsbezetting uit ten opzichte van het Europees totaal. In totaal 14,6 miljoen Europeanen werken binnen het autowereldje, waarvan 2,7 miljoen in een van de 226 (!) fabrieken die auto’s produceren.
Dit jaar hebben die fabrieken gemiddeld gesproken een maand stil gelegen. Dat leidde tot 2,4 miljoen niet geproduceerde auto’s. ACEA rekent zelf met een totale verkoopafname voor 2020 van 25 procent, een record.
440,4 miljard euro belasting
Vorig jaar produceerde de EU 18 miljoen voertuigen, een vijfde van de wereldwijde productie. Dik dertig procent daarvan verdwijnt vervolgens buiten de EU-grenzen. Dit leidt weer tot een financieel exportoverschot van 74 miljard euro in 2019. Momenteel rijden er in het actieve EU-park 313 miljoen (personen- en vracht-)auto’s. Alleen de belastinginkomsten van die auto’s is al goed voor 440,4 miljard euro.
Met 61 miljard euro is de autobranche de belangrijkste aanjager van research & development. Dit bedrag steeg vorig jaar bovendien met zes procent ten opzichte van een jaar eerder.