Op bedrijventerrein Ladonk in Boxtel bevindt zich sinds 1993 Damen & Kroes, het autobedrijf van Patrick en zijn zus Astrid Damen, vierde generatie in het familiebedrijf dat is gespecialiseerd in Engelse automerken en een voorraad houdt van 60.000 verschillende onderdelen.
In de jaren zeventig, toen auto’s nog elke 5000, of zelfs elke 2500 kilometer een onderhoudsbeurt nodig hadden, werkten er in de werkplaats van Damen & Kroes zo’n tien monteurs. British Leyland had met merken als MG, Rover, Morris, Austin en Triumph ook een marktaandeel van 5 procent in de verkoop van nieuwe auto’s. Met de opkomst van de Japanse merken in de jaren tachtig keerde het tij en ging Damen & Kroes terug naar twee monteurs. Patrick Damen: “Het achterste deel van de werkplaats werd toen al omgebouwd tot magazijn voor de onderdelen. In 1993 liet mijn vader in Boxtel een nieuw pand bouwen dat nooit meer te klein zou zijn, maar dat is inmiddels ook al een achterhaalde gedachte.”

Vrachtwagens
De kennis en de enorme voorraad onderdelen die het bedrijf met de jaren heeft verzameld zijn inmiddels ook belangrijker dan de activiteiten in de werkplaats, hoewel daar nog steeds bijzondere auto’s binnenkomen, zoals de Rover 820Si die twintig jaar in een schuur heeft gestaan en die een Luxemburgse klant onlangs heeft binnengebracht.

Voor het weer gangbaar krijgen van zijn auto is hij bij Damen & Kroes precies aan het juiste adres is, immers: als MG Rover in 2005 failliet gaat, blijft de onafhankelijk daarvan opererende onderdelentak bestaan en veel van die onderdelen zijn in Boxtel terechtgekomen. Patrick Damen: “MG Rover had destijds onder meer in Noord-Frankrijk een onderdelenmagazijn staan. Na het faillissement had MG Rover de keuze om al die onderdelen terug naar Engeland te halen, of het zaakje te verkopen. Toen zijn er een paar vrachtwagens met onderdelen hierheen gekomen.”
Op dit moment voegt vader Karel Damen zich in het gesprek: “Ik ben al in 1970 met die onderdelenhandel begonnen, toen British Leyland werd geformeerd en al die merken op één hoop werden geveegd. Van de 600 dealers bleven er toen maar 175 over en dat was net in de periode dat de Japanse auto’s in zwang kwamen. Veel van die dealers hebben toen een Japans merk genomen en hun onderdelen van de hand gedaan. Daar hebben we er toen ook heel veel van overgenomen.”
Patrick Damen: “Het is een kwestie van specialiseren. Die auto’s blijven rijden en hebben onderdelen nodig. Als iemand anders het niet doet… In de jaren tachtig en negentig hebben we nog heel veel onderdelen terugverkocht aan voormalige dealers die wel hun klantenkring wilde blijven bedienen met onderhoud en reparatie van hun Engelse auto. Intussen hebben we ook heel veel particuliere klanten. Zij kunnen, dankzij internet, ook veel makkelijker dan vroeger zoeken naar onderdelen. Dat gaat ook wel eens mis. Zo komen er ook wel eens mensen met een elektrische MG hier, maar die moeten toch echt bij Van Mossel zijn. Wij doen geen auto’s van na 2005.”

En hoewel de betreffende Engelse auto’s al lang niet meer gemaakt worden, blijft de vraag naar onderdelen bestaan en daarmee ook de productie ervan. Patrick Damen: “Het komt voor dat wij vanuit Engeland de vraag krijgen of wij van een bepaald onderdeel er dertig of veertig willen kopen. De toeleverancier wil dan een bepaald onderdeel alleen opnieuw in productie nemen als er minstens honderd van afgenomen worden. En in een enkel geval komt een klant zelf met een geprint onderdeel dat in Engeland niet meer leverbaar was.”
Documentatie
Dat er in Engeland rechts gestuurde auto’s rijden, maakt voor de onderdelen meestal niet uit, tenzij het dashboard of stuurinrichting betreft. Patrick Damen: “Het komt ook wel voor dat mensen een Amerikaanse uitvoering hebben. Dan zijn sommige technische onderdelen weer anders. Ook daar hebben we heel veel onderdelen van op voorraad. Het belangrijkste is dat je de juiste documentatie hebt over de auto. Wat dat betreft is onze bibliotheek behoorlijk uitgebreid, tot aan microfiches toe, want de meeste van die documentatie is nog van voor het internet. En die hebben we nog elke dag nodig, bij bijna elk telefoontje zelfs.”

De liefde voor een Engelse auto is wel tanende, ziet Karel Damen: “Wat betreft de aankoop van een MG of Rover zijn consumenten terughoudend. Ook grote restauraties aan de carrosserie worden bijna niet meer gedaan. Als je kijkt wat het kost, dat is economisch eigenlijk niet meer verantwoord. Je bent dus afhankelijk van die enkele liefhebber die het geld er nog wel voor over heeft. Een paar duizend euro hebben mensen er nog wel voor over om hun Morris, of Mini technisch in orde te laten maken, misschien nog wel meer dan tien jaar geleden, maar dat iemand hier op zaterdagochtend voor tienduizend euro aan onderdelen en plaatwerk komt kopen voor een totale restauratie, dat komt bijna niet meer voor.”
Personeel
Net als elk autobedrijf kampt Damen & Kroes met het tekort aan monteurs die zich nog senang voelen in de werkplaats. Patrick Damen: “Als jongeren al iets willen in de techniek, of in de automotive, dan is het bij hightech bedrijven zoals je die in de omgeving van Eindhoven veel vindt, maar niet in de werkplaats van het autobedrijf.
‘Als jongeren al iets willen in de techniek, of in de automotive, dan is het niet in de werkplaats van het autobedrijf.’
Gelukkig heb ik hier een paar zzp’ers die het nog leuk vinden om aan die oude Engelse auto’s te sleutelen. Ook omdat dit toch een ander soort bedrijf is dan het dealerbedrijf, waar je je de hele dag op je vingers gekeken wordt en elke minuut moet verantwoorden.”
Opvolging
Zijn zus is kinderloos en met een zoon van negen jaar rekent Patrick Damen voor de opvolging in het familiebedrijf al niet meer op de volgende generatie. Waarschijnlijker is het dat hij met zijn zus het licht in het bedrijf uitdoet. Is hij daar treurig om? “Die onderdelen vinden hun weg wel, net als de documentatie. Aan alles komt een einde. Ik maak daar niet zo’n drama van.”
