Autobedrijven hebben in 2024 in totaal 13.207.095 onderhoudsmomenten geregistreerd. Dat zijn er 1,6 procent minder dan in 2023. Wel steeg zowel het gemiddelde bedrag per onderhoudsbeurt als de totale branche-omzet.
Dat laat de Aftersales Monitor 2024 van BOVAG en RAI Vereniging zien. Gemiddeld kwam een auto 2,04 keer in de werkplaats, tegen 2,10 keer een jaar eerder. De omzet uit onderhoud en reparatie nam toe van 4,48 naar 4,81 miljard euro.
Gemiddelde
Het gemiddelde bedrag per onderhoudsbezoek steeg naar 364 euro, een toename van 30 euro (+8,0 procent) ten opzichte van 2023. Over een heel jaar liep de nota per auto op naar 743 euro, 42 euro meer (+6,0 procent) dan vorig jaar. BOVAG wijst erop dat beide stijgingspercentages ruim boven de gemiddelde consumenteninflatie van circa 3,3 procent in 2024 liggen. Dit wijst op extra kostendruk in de werkplaats, zoals hogere lonen en duurdere onderdelen.
(P)HEV
In tegenstelling tot 2023 – toen de onderhoudsbedragen voor zowel elektrische auto’s (EV) als plug-in hybrides (PHEV) daalden – stabiliseren de EV-kosten nu, terwijl de (P)HEV-kosten juist fors oplopen. Een elektrische auto werd in 2024 gemiddeld 1,36 keer voor onderhoud aangeboden, goed voor 332 euro op jaarbasis. Dat bedrag is vrijwel gelijk aan drie jaar geleden en blijft bijna 60 procent onder het niveau van auto’s met verbrandingsmotor.
BOVAG ziet een andere ontwikkeling bij (plug-in) hybrides: het aantal onderhoudsbeurten liep op naar 1,63 per auto (+7 procent ten opzichte van 2023), en de jaarkosten per auto stegen zelfs naar 598 euro (+27 procent). De dubbele aandrijflijn van (P)HEV’s leidt tot meer diagnosetijd en duurdere componenten.
Kilometrage
Uit de monitor blijkt opnieuw dat hoge jaarkilometrages de onderhoudsuitgaven opstuwen: automobilisten die meer dan 20.000 kilometer per jaar rijden, zijn circa 930 euro kwijt – ruim 250 euro meer dan bestuurders die niet verder komen dan 5000 kilometer. De grootste groep onderhoudsmomenten blijft afkomstig van rijders met 5000 tot 10.000 kilometer per jaar; zij waren in 2024 goed voor ruim 29 procent van alle beurten.
Wie doet wat?
Voor jonge auto’s tot zes jaar blijft de merkdealer het meest gekozen kanaal; zij verzorgen iets meer dan de helft van alle beurten in deze leeftijdscategorie. Bij auto’s van zeven jaar en ouder verschuift het zwaartepunt naar de onafhankelijke autobedrijven, die bijna de helft van het onderhoud voor hun rekening nemen. Fastfitters behalen 7 procent marktaandeel in deze oudere leeftijdsgroep, terwijl het aandeel ‘doe-het-zelf’ stijgt naar 22 procent.