Stichting Duurzaam Repareren timmert flink aan de weg met het certificeren van bedrijven in de autobranche. Inmiddels is drie maanden na de start het 250ste certificaat uitgereikt aan Autobedrijf Tiggelman in Almere, ondernemer binnen de onderhoudsformule James.

Marco Tiggelman: “Duurzaam Repareren is integraal onderdeel in onze groepskwaliteit. Als groep vinden wij duurzaamheid gewoon belangrijk. Maar het is ook essentieel onderdeel van de business geworden. Klanten gaan het steeds belangrijker vinden, zeker de zakelijke markt. De klant wordt door ons altijd geïnformeerd over de alternatieven. Een gereviseerde startmotor, dynamo of stuurpomp is bijvoorbeeld kwalitatief net zo goed als een nieuwe, maar is beduidend goedkoper en hergebruik is nu eenmaal het allerbeste voor het milieu.”

Volgens Harry Filon, bestuursvoorzitter van de Stichting Duurzaam Repareren, heeft het ook te maken met eerlijke concurrentie. “Je moet ook concurreren met autobedrijven die het allemaal niet zo nauw nemen en dus ook minder kosten hebben. Dit verschil moet zichtbaar zijn voor de klant en het certificaat is er om het kaf van het koren te scheiden. We krijgen steeds meer marktpartijen zover om voor duurzaam onderhoud te kiezen en bovendien zien wij ook dat duurzaamheid steeds vaker leidt tot kostenverlaging.”

Pilot

De certificering van Duurzaam Repareren is nog volop in ontwikkeling. Men zit nog midden in de pilot, die eind mei afloopt. “Deze wordt afgesloten met het vaststellen van het Pakket van Eisen. We willen in de pilot zien en meten wat er in de praktijk allemaal mogelijk is aan duurzame maatregelen. De eisen zijn echter wel dynamisch, want wat nu niet kan, kan morgen misschien wel. We zullen ieder jaar de lat dus weer wat hoger leggen”, aldus Filon.