Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu heeft op advies van Bovag, RDW, ANWB, RAI en EVO de APK-frequentie ongewijzigd gelaten. Dat schrijft zij in een brief aan de Tweede Kamer. De instanties evalueerden de effecten van de in 2008 doorgevoerde frequentieverlaging voor benzine- en elektrische auto’s van na 31 december 2004.
“De voornaamste bevinding is dat bij vier- en zesjarige benzineauto’s een, volgens de RDW relatief geringe, toename (15-25 procent) van het aantal gebreken per afmelding is geconstateerd. De RDW noemt de verlaagde frequentie als een oorzaak van de toename, maar ook de verbeterde melddiscipline en diffuse factoren als de economische crisis lijken een rol te spelen. De geconstateerde gebreken hebben betrekking op de onderdelen, waarop doorgaans bij de APK mankementen worden aangetroffen, met name verlichting, banden en remmen. Voor de categorie klassiekers was het aantal gekeurde auto’s te gering om een effect van de verminderde APK-frequentie te kunnen vaststellen. De RDW en de branchepartijen adviseren unaniem voorlopig geen wijzigingen in de APK-frequentie aan te brengen”, aldus Schultz van Haegen in haar brief.
Keuringsinstanties moeten wel een EOBD-scantool (European On Board Diagnostics) verplicht gaan gebruiken tijdens de APK van lichte voertuigen tot 3.500 kilo, die na 31 december 2005 voor het eerst zijn toegelaten. Voor de overige voertuigen blijft de gebruikelijke meting van de uitlaatgassen van toepassing. Dat meldt de RDW op haar website. “Een andere belangrijke verandering is de technisch uitgebreidere controle van (hybride) elektrische voertuigen. Er zijn steeds meer voertuigen met een elektrische aandrijflijn. Deze aandrijflijn is ook aan slijtage onderhevig, bijvoorbeeld beschadiging en lekkage. Daarom is het belangrijk dat ook deze in de APK is opgenomen.”
De minister schrijft verder in haar brief dat de Europese Commissie midden 2012 met een voorstel komt voor een APK-richtlijn met naar verluidt een nieuwe Europese minimumfrequentie. Schultz van Haegen: “Ik zal mij inzetten om te zorgen dat de verwachte nieuwe richtlijn geen onnodige extra lasten met zich meebrengt voor burgers en het bedrijfsleven.”