Bovag en vakbonden mogen samen de verdeling van de pensioenpremie in de cao bepalen en niet Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT). Dat is de conclusie na de uitspraak van het Hof in Den Haag in het spoedappèl dat BOVAG had ingesteld tegen PMT.
Met de uitspraak van het Hof is nu duidelijk dat werkgevers in de sector Motorvoertuigen- en Tweewielerbedrijf (MvT) de premieverdeling (werkgeversdeel 53,2 procent en het werknemersdeel 46,8 procent van de totale premie) kunnen hanteren zoals die ooit door vakbonden en BOVAG is afgesproken. Dat scheelt tussen de 1,6 procent en 1,8 procent van de loonsom ten opzichte van de situatie dat de werkgevers de nieuwe (VPL-)premieverdeling hadden moeten gaan hanteren, opgeteld zo’n 40 miljoen euro per jaar. In feite was dat dus een onterechte, niet-afgesproken loonkostenstijging, die de werkgevers in de sector er beslist niet bij hadden kunnen hebben. Deze dreiging was de reden dat Bovag vorig jaar de rechtszaak tegen PMT is begonnen.
Bovag is tevreden met de uitspraak, omdat hiermee veel onduidelijkheid voor BOVAG-leden wordt weggenomen en de weg vrij is voor nieuwe cao-afspraken.