De nieuwe bpm-regeling voor nieuwe personenauto’s is in de eerste zeven maanden van dit jaar uitgekomen op 914.174.000 euro. Dat is ruim elf procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar, toen het oude regime nog gold: 819.324.200 euro. Dat blijkt uit cijfers van VWE Voertuiginformatie en -documentatie.
In de periode jan t/m juli 2016 bedroeg het totaal aan bpm bijna 95 miljoen euro meer dan in jan.-juli 2015. Dit ondanks het feit dat er vijf procent minder auto’s verkocht zijn. VWE ziet twee oorzaken voor de stijging:
– de vrijstelling van bpm is per 1 januari van dit jaar teruggebracht tot uitsluitend volledig elektrische auto’s.
– het gemiddelde bpm-bedrag per (bpm-plichtige) auto is gestegen: van gemiddeld 3.660 euro vorig jaar naar 4.100 euro dit jaar.
De nieuwe bpm-regeling maakt goeddeels een einde aan de jarenlange brede fiscale stimulering van schone voertuigen. Die stimulering had een sterk krimpeffect op de totale bpm-opbrengst. Onder het nieuwe regime echter zijn alleen nieuwe honderd procent elektrische auto’s nog volledig vrijgesteld van bpm. Bijkomend effect is dat veel kopers andere selectiecriteria zijn gaan hanteren: niet langer is de lage bijtelling leidend als wel de vraag of een auto matcht met de persoonlijke vervoersbehoefte. In veel gevallen leidt dat tot een duurdere, en dus meer bpm opbrengende keuze. Al met al ziet de staat sinds de jaarwisseling flink wat extra middelen in de schatkist vloeien.